Pagina 5
het overige kunnen - indien hiertoe de behoefte bestaat- andere organisaties op ad hoe basis
aan de procesgroepvergaderingen deelnemen.
Van de GGD mag worden verwacht dat zij gemeenten in ieder geval het volgende inzicht verschaft:
een overzicht van alle wettelijke taken op lokaal gezondheidsbeleid die de gemeente moet
uitvoeren.
- Een overzicht van hetgeen op dit moment gedaan wordt
Een overzicht van een verantwoord niveau van uitvoering van deze taken, dit laatste aan de
hand van lokale gezondheidsgegevens die voor een groot deel ook afkomstig zijn van de
GGD.
Wat betreft deze drie punten heeft de GGD het afgelopen half jaar niet stilgezeten. Zo is er een
productenboek ontwikkeld en is haast gemaakt met de actualisering van de gezondheidsenquête
Friesland.
Voorgesteld wordt om vanuit Boarnsterhim een ambtelijke vertegenwoordiger in de procesgroep te
benoemen. De procesgroep komt in principe 1 keer per twee maanden bijeen en zal voor de eerste
maal in het najaar 2000 vergaderen. De verwachting is dat de werkzaamheden van de groep in een
periode van één tot anderhalf jaar afgerond kunnen worden; uiterlijk juni 2002 dient de procesgroep
haar activiteiten af te ronden met een eindproduct (zijnde een algemeen deel van de nota).
Interne ambtelijke werkgroep nota gezondheidsbeleid
Vanzelfsprekend is de nota daarmee nog niet geschreven. Om de lokale component in te vullen zul
len nog meerdere werkzaamheden moeten worden opgestart.
Ten eerste zal ook intern een werkgroep moeten worden opgericht. In deze ambtelijke werkgroep
dienen in ieder geval zitting te hebben de afdelingen welzijn, onderwijs, sociale zaken, ruimtelijke
ordening en milieu. Deze werkgroep zal allereerst moeten vaststellen welke aanknopingspunten het
collegeprogramma en relevante beleidsnota's bieden voor toekomstig beleid. Verder dient de werk
groep op grond van gezondheidsgegevens aan te leveren door GGD, zorgverzekeraars. Algemeen
Maatschappelijk Werk, Verslavingszorg, Jeugdzorg, huisartsen, scholen, patiëntenorganisaties,
overheidsorganisaties (provincie!) en anderen een voorstel voor beleid te formuleren, dat in ieder
geval ook met alle externen en de bevolking zal moeten worden gecommuniceerd. Mogelijkheden
om dat te doen, bestaan bijvoorbeeld in het houden van een gemeentegesprek. Voorgesteld wordt
daarom over dit thema in het najaar van 2001 opnieuw een 'Boarnsterhim yn petear' te organiseren
ten einde vast te kunnen stellen wat er onder de bevolking en de sector leeft. In het voorjaar van
2002 zou dan een vervolggesprek, een nei-petear, kunnen worden gehouden waarbij over mogelijke
oplossingsrichtingen en beleidsvoorstellen een richting kan worden uitgesproken.
De raad zal daarna geïnformeerd moeten worden over het college standpunt over de beleidsvoor
nemens, teneinde vast te stellen welke beleidspunten verder kunnen worden uitgewerkt. Eén en
ander kan dan gebeuren aan de hand van het door de procesgroep gedane voorwerk.
Op grond van de uitkomsten van dit politieke debat, kan dan een definitieve conceptnota worden
opgesteld, die geconformeerd aan nationale richtlijnen en de richtlijnen voor het basispakket GGD
aan de raad kan worden voorgelegd in het najaar van 2002.
Voor deze werkzaamheden wordt ingeschat dat er een formatie-uitbreiding van 150 uur gedurende
twee jaar bij welzijn benodigd is. Ook bij andere afdelingen zal de formatie voor dit doel moeten
worden opgeschroefd. Een voorlopige inschatting komt uit op 350 uur bij de vier betrokken afelin-
gen gedurende twee jaar. Daarna kan de formatie bij welzijn worden teruggebracht tot het niveau
dat benodigd is de uitvoering van de nota te monitoren, berekend op huidig niveau. Voorgesteld
wordt de kosten die met deze formatieuitbreiding zijn gemoeid (geraamd op 2 keer 500 uur, ofte
wel 60.000 in 2001 en 60.000 in 2002) te dekken middels het budget ontwikkeling nieuw beleid.
Gezien het karakter van de kosten (beleidsvoorbereiding) is het logisch deze toe te schrijven aan het
daartoe door de raad gecreëerde budget.
Notitie Bestuursopdracht Nota Lokaal Gezondheidsbeleid/cbav/5