BOARNSTERHIM
gemeente
R A A D S V O O R S T E L
Commissievergadering
Agendapunt
Raadsvergadering
Agendapunt
Portefeuillehouder
Behandelend ambtenaar
11 juni 2001
10.
28 augustus 2001
10.
wethouder mevrouw J. Bouma-van den Brink
J.S. Bos
telefoon: 0566-629232, e-mail: bosj@boarnsterhim.nl
Onderwerp:
Bouwplan voor het vergroten van een stal op het perceel Buorren 3 te Tersoal.
Voorstel:
Delegeer de beslissingsbevoegdheden naar het college van burgemeester en wethouders met be
trekking tot de te volgen vrijstellingsprocedure ex artikel 19, lid 1 WRO voor het bouwplan voor
het vergroten van een stal op het perceel Buorren 3 te Tersoal.
Van de heer W. Dijkstra ontving het college op 30 november 2000 een bouwaanvraag voor het
vergroten van een stal op het perceel Buorren 3 te Tersoal. Het bouwplan is in strijd met de
voorschriften van het vigerende bestemmingsplan Buitengebied Boarnsterhim. Het perceel is de
bestemming 'wonen' (artikel 6) toegekend. Het bouwplan is in strijd met de doeleindenomschrij
ving en de bebouwingsvoorschriften van dit artikel. Medewerking aan het bouwplan kan slechts
worden verleend middels een vrijstellingsprocedure op grond van artikel 19, lid 1 van de WRO. In
het onderhavig geval is de gemeenteraad het besluitvormend orgaan. Het college heeft op 28
maart 2001 het bouwplan vrijgegeven voor inspraak. Daarop heeft het bouwplan met ingang van
11 april 2001 twee weken ter inzage gelegen en is een hoorzitting gehouden op 26 april. Er heeft
niemand gereageerd en er is niemand op de hoorzitting aanwezig geweest.
Argumenten:
7. Betreft relatief klein bouwplan, lange procedure daardoor niet wenselijk
Het betreffende perceel is in het bestemmingsplan Buitengebied Boarnsterhim uit 1998 een
woonbestemming toegekend. Daarvoor had het betreffende perceel een agrarische bestemming.
Omdat aanvrager een klein veebedrijf heeft is waarschijnlijk veronderstelt dat dit puur hobbyma-
tig is en daardoor is het perceel een woonbestemming toegekend. Bij nader onderzoek en bestu
dering van de bedrijfsgegevens blijkt dat er geen sprake is van hobbymatige activiteiten, maar dat
er sprake is van een zekere bedrijfsmatigheid. Het ministerie van LNV geeft aan dat het in dat
soort situaties wenselijker is het perceel een agrarische bestemming toe te kennen. Het bouwplan
voldoet aan de bebouwingsvoorschriften van de bestemming 'agrarisch gebied het betreft een
relatief klein bouwplan, welke ruimtelijk goed wordt ingepast. Tevens is de uitbreiding vanuit be
drijfsmatig oogpunt noodzakelijk. Bij de herziening van het bestemmingsplan Buitengebied (ex ar
tikel 30 WRO) is het de bedoeling dat het perceel een agrarische bestemming krijgt toegekend.
Doordat het bestemmingsplan ten onrechte niet is toegesneden op deze voorziene ontwikkeling
kan alleen medewerking worden verleend middels een vrijstellingsprocedure ex artikel 19, lid 1
van de Wet op de Ruimtelijke Ordening.
Inleiding:
10. artikel 19 delegatie, 1 Buorren 3 Tersoal/rojb/1
