Gemeente Boarnsterhim
Voor een gemeente met een schaal als de gemeente Boarnsterhim is geconstateerd dat het
zeer moeilijk is om aan al deze eisen te voldoen en de kwaliteit te leveren die wettelijk nodig
wordt geacht binnen de huidige bestaande middelen. Het college heeft voor de zomer van
2000 een besluit genomen om onderzoek te doen naar mogelijkheden van samenwerking
met de gemeente Leeuwarden op de terreinen van bedrijfsvoering, specialistische taken,
activering en controle van fase 1 en uitkeringsadministratie. Inmiddels zijn met het besluit
van de gemeenteraad de kaders gezet zoals die geschetst zijn in de kadernotitie CWI. Het
ligt nu in de bedoeling om vanaf juli 2001 aansluiting te zoeken bij het CWI in Leeuwarden.
Uitgangspunt blijft dat in de gemeente een front office aanwezig is voor langdurig werklozen
en minima voor inkomensvoorziening, activering en zorg Ook de beleidsregie, monitoren en
evaluatie en verantwoording blijft een taak van de gemeente. Dienstverlening op gebied van
werk is niet realiseerbaar. Het gaat hier namelijk om activiteiten die voorheen door
arbeidsvoorziening werden verricht en straks in het CWI komen: de werkintake en
kwalificerende intake werk en bemiddeling naar werk. De gemeente behoudt echter de regie
over de inzet van instrumenten in het kader van activering en uitstroombevordering zoals
Wiw, Rea en ID banen.
§2.3 Reïntegratie arbeidsgehandicapten (Rea)
De wet Rea heeft als doel om de kansen op werk voor arbeidsgehandicapten te vergroten.
De gemeente is hierbij verantwoordelijk voor personen met uitsluitend een uitkering van de
gemeente of die werkzaam zijn in kader van de Wiw. Ook jongeren tot 23 jaar die vallen
onder de sluitende aanpak alsmede mensen met een nulurencontract of die ander
incidenteel werk verrichten, vallen onder de gemeentelijke verantwoordelijkheid. Voor 2000
was als taakstelling vijf plaatsingen opgenomen. Dit zijn er echter twee geworden.
Het probleem bij gebruikmaking van de Rea is niet zozeer de toelating maar de
daadwerkelijke plaatsing bij een werkgever. Er moet vaak gewerkt worden onder aangepaste
tijden en in een aangepaste werkplek en daarnaast is er de nodige begeleiding vereist. Dit
blijkt in de praktijk moeilijk te realiseren. Daarnaast blijkt dat de regeling bij werkgevers ook
niet altijd bekend is. Ook is er nog de nodige onduidelijkheid over de
verantwoordelijkheidsverdeling. Landelijk zijn deze knelpunten (en meer) onderkend en is
door de minister aangegeven dat -los van eventuele wijziging van de regelgeving- de
effectiviteit van de uitvoering van de wet Rea moet worden verhoogd. In afwachting van deze
wijzigingen wordt het huidige beleid voortgezet.
§2.4 Kinderopvang
Uit de samenstelling van het bestand is gebleken dat er veel alleenstaande ouders in de
bijstand zitten. Indien deze groep voor werk, scholing of een activeringstraject kinderopvang
nodig heeft kan de gemeente hiervoor o.a middelen via de Regeling Kinderopvang en
Buitenschoolse Opvang Alleenstaande Ouders inzetten.
In 2000 is totaal 16.150 uur gastouderopvang afgenomen, vier kindplaatsen voor
kinderdagverblijf ingekocht alsmede zes plaatsen voor buitenschoolse opvang.
Gezien het grote aantal alleenstaande ouders in ons bestand blijft dit een belangrijk
instrument dat ingezet kan worden om deze groep te stimuleren aan het werk te gaan hetzij
scholing daartoe te volgen. Net als voorgaande jaren heeft de gemeente ook in 2000 niet
genoeg aan de gelden die verkregen worden uit de subsidieregeling
80.000,-). Er wordt ongeveer drie keer zoveel uitgegeven. Deze uitgaven kunnen echter
opgevangen worden via het Wiw scholings -en activeringsbudget.