De heer van de Velde heeft recreatieve plannen met de percelen Utbuorren 46 en 47. Op grond
van de gegeven bestemming is dit echter niet bij rechte toegestaan.
De heer Van der Velde heeft, middels een schrijven van 8 februari 2000, ons college ook al eens
naar de recreatieve mogelijkheden van de percelen Utbuorren 46 en 47 gevraagd. De heer Van
der Velde had destijds plannen voor een aantal bungalows en een jachthaven met camping. Wij
hebben inzake dit verzoek besloten geen medewerking te verlenen. Voor de volledige advisering
en besluitvorming verwijzen wij u naar het als bijlage opgenomen collegebesluit van 21 maart
2000. De heer Van der Velde is middels een schrijven van 28 maart 2000 door ons college geïn
formeerd over het negatieve besluit.
Naar aanleiding van genoemd schrijven van 28 maart 2000 heeft de heer Van der Velde middels
een schrijven van 2 oktober 2000 ons college opnieuw verzocht de bestemming van de percelen
Utbuorren 46 en 47 te wijzigen ten behoeve van wonen en aan water gerelateerde vormen van
(verblijfs)recreatie, zoals een zeilschool, kamphuis, vergunningsplichtig kampeerterrein en recrea
tieve woningen middels een procedure op grond van artikel 11 van de Wet op de Ruimtelijke Or
dening.
Inderdaad is in het bestemmingsplan Buitengebied Boarnsterhim een wijzigingsbevoegdheid op
genomen. Op grond van deze bevoegdheid kunnen Burgemeester en wethouders, op grond van
artikel 11 van de Wet op de Ruimtelijke Ordening, de bestemming "Agrarisch gebied" wijzigen in
die zin dat de bestemming van agrarische bedrijfsgebouwen met bijbehorende erven na bedrijfs
beëindiging kan worden veranderd met het oog op een gebruik, inrichting en bebouwing ten be
hoeve van onder andere:
wonen;
aan het water gerelateerde vormen van (verblijfs-)recreatie zoals een zeilschool, kamphuis,
vergunningsplichtig kampeerterrein en recreatiewoningen.
Met dien verstande dat deze wijzigingen uitsluitend van toepassing zijn op gronden die op de
ontwikkelingskaart zijn aangegeven met "Recreatief kerngebied".
Het college mag de wijzigingsbevoegdheid echter niet gebruiken, omdat Gedeputeerde Staten
goedkeuring onthouden hebben aan de in de wijzigingsvoorschriften aangegeven "Recreatief
Kerngebied", maar ook vanwege de onthouding van goedkeuring aan de bestemming 'Agrarisch
gebied'. De heer Van der Velde is hier in de brief van 28 maart 2000 reeds van op de hoogte
gebracht.
Medewerking aan recreatieve plannen op de percelen Utbuorren 46 en 47 is op dit moment
slechts mogelijk middels een vrijstellingsprocedure op grond van artikel 19, lid 1 van de Wet op
de Ruimtelijke Ordening. Op grond van artikel 46, derde lid van de Woningwet dient een aan
vraag, waaraan niet zonder meer medewerking kan worden verleend, tevens te worden be
schouwd als een verzoek om vrijstelling van de bestemmingsplanvoorschriften. In het onderhavi
ge geval is de beslissingsbevoegdheid om al of niet medewerking te verlenen aan een vrijstelling
en/of een herziening van het bestemmingsplan voorbehouden aan de gemeenteraad.
Argumenten:
1.1. Het gemeentelijk beleid, neergelegd in het bestemmingsplan Buitengebied, biedt recreatie
ve mogelijkheden in en rond Terherne.
Op de ontwikkelingskaart is het gebied rond Terherne aangewezen als recreatief kerngebied. Bin
nen het recreatief kerngebied is het beleid gericht op een verdere ontwikkeling van de aan het
water gebonden verblijfsrecreatie. De nadruk op de ontwikkeling van (kleinschalig) verblijfsrecrea-
tie in het kerngebied wordt verder ondersteund door functiewijziging van voormalige agrarische
bedrijven toe te spitsen op recreatieve en met name op het water gerichte vormen van recreatie.
Pagina 2
11principeverzoek Utbuorren 46-47 Terherne/rosh/2