Artikel 7 Oproep
1 De voorzitter zendt ten minste 14 dagen voor een vergadering de leden van de raad een schrif
telijke oproep onder vermelding van dag, tijdstip en plaats van de vergadering.
2 De voorlopige agenda en de daarbij behorende stukken, met uitzondering van de in artikel 25,
eerste en tweede lid, van de Gemeentewet bedoelde stukken worden tegelijkertijd met de schrif
telijke oproep aan de leden van de raad verzonden.
3 Indien een aanvullende agenda wordt vastgesteld als bedoeld in artikel 8, tweede lid, worden
deze agenda en de daarop vermelde voorstellen zo spoedig mogelijk, doch uiterlijk 48 uur voor
aanvang van de vergadering aan de leden van de raad gezonden.
Artikel 8 Agenda
1 Voordat de schriftelijke oproep wordt verzonden, stelt het raadspresidium de voorlopige agenda
van de vergadering vast.
2 In spoedeisende gevallen kan de voorzitter na het verzenden van de schriftelijke oproep tot ui
terlijk 48 uur voor de aanvang van een vergadering een aanvullende agenda opstellen.
3 Bij aanvang van de vergadering stelt de raad de agenda vast. Op voorstel van een lid van de
raad of de voorzitter kan de raad bij de vaststelling van de agenda onderwerpen aan de agenda
toevoegen of van de agenda afvoeren.
4 Wanneer de raad een onderwerp onvoldoende voor de openbare beraadslaging voorbereid acht,
kan hij het onderwerp verwijzen naar een commissie of aan het college nadere inlichtingen of ad
vies vragen.
5 Op voorstel van een lid van de raad of van de voorzitter kan de raad de volgorde van behande
ling van de agendapunten wijzigen.
Artikel 8a De wethouder
1 Het raadspresidium kan een of meer wethouders uitnodigen om in de vergadering aanwezig te
zijn en aan de beraadslagingen deel te nemen.
2 Indien een wethouder bij een raadsvergadering aanwezig wil zijn en wil deelnemen aan de be
raadslagingen, doet hij hiertoe voor de vaststelling van de voorlopige agenda een verzoek aan de
voorzitter.
3 Voor de verzending van de schriftelijke oproep beslist het raadspresidium op het verzoek.
Artikel 9 Ter inzage leggen van stukken
1 Stukken, die ter toelichting van de onderwerpen of voorstellen op de agenda dienen, worden
gelijktijdig met het verzenden van de schriftelijke oproep voor een ieder op het gemeentehuis ter
inzage gelegd. De voorzitter maakt van de terinzagelegging melding in de openbare kennisgeving
bedoeld in artikel 10. Indien na het verzenden van de schriftelijke oproep stukken ter inzage wor
den gelegd, wordt hiervan mededeling gedaan aan de leden van de raad en zo mogelijk in een
openbare kennisgeving.
2 Een origineel van een ter inzage gelegd stuk wordt niet buiten het gemeentehuis gebracht.
3 Indien omtrent stukken op grond van artikel 25, eerste of tweede lid, van de Gemeentewet ge
heimhouding is opgelegd, blijven deze stukken in afwijking van het eerste lid, onder berusting van
de griffier en verleent de griffier de leden van de raad inzage.
Pagina 4
rvo raad/jzgk/4