Artikel 26 Stemverklaring
Na het sluiten van de beraadslaging en voordat de raad tot stemming overgaat, heeft ieder lid het
recht zijn uit te brengen stem kort te motiveren.
Artikel 27 Beslissing
1 Wanneer de voorzitter vaststelt, dat een onderwerp of voorstel voldoende is toegelicht, sluit hij
de beraadslaging, tenzij de raad anders beslist.
2 Nadat de beraadslaging is gesloten, vindt na een stemming over eventuele amendementen, de
stemming plaats over het voorstel, zoals het dan luidt, in zijn geheel tenzij geen stemming wordt
gevraagd.
3 Voordat de stemming over het voorstel in zijn geheel plaatsvindt, formuleert de voorzitter het
voorstel over de te nemen eindbeslissing.
Paragraaf 3 Procedures bij stemmingen
Artikel 28 Algemene bepalingen over stemming
1 De voorzitter vraagt, of stemming wordt verlangd. Indien geen stemming wordt gevraagd en
ook de voorzitter dit niet verlangt, stelt de voorzitter vast dat het voorstel zonder hoofdelijke
stemming is aangenomen.
2 In de vergadering aanwezige leden kunnen aantekening in de notulen vragen, dat zij geacht wil
len worden te hebben tegengestemd of zich van stemming te hebben onthouden.
3 Indien door een of meer leden stemming wordt gevraagd, doet de voorzitter daarvan medede
ling.
4 De voorzitter (of de griffier) roept de leden van de raad bij naam op hun stem uit te brengen.
De stemming begint bij het lid dat daarvoor overeenkomstig artikel 16 is aangewezen. Vervolgens
geschiedt de oproeping naar de volgorde van de presentielijst.
5 Bij hoofdelijke stemming is ieder ter vergadering aanwezig lid dat zich niet van deelneming aan
de stemming moet onthouden verplicht zijn stem uit te brengen.
6 De leden brengen hun stem uit door het woord 'voor' of 'tegen' uit te spreken, zonder enige
toevoeging.
7 Heeft een lid zich bij het uitbrengen van zijn stem vergist, dan kan hij deze vergissing nog her
stellen voordat het volgende lid gestemd heeft. Bemerkt het lid zijn vergissing pas later, dan kan
hij nadat de voorzitter de uitslag van de stemming bekend heeft gemaakt wel aantekening vragen
dat hij zich heeft vergist; in de uitslag van de stemming brengt dit echter geen verandering.
8 De voorzitter deelt de uitslag na afloop van de stemming mede, met vermelding van het aantal
voor en tegen uitgebrachte stemmen. Hij doet daarbij tevens mededeling van het genomen be
sluit.
Artikel 29 Stemming over amendementen en moties
1 Indien een amendement op een aanhangig voorstel is ingediend, wordt eerst over dat amende
ment gestemd.
2 Indien op een amendement een subamendement is ingediend, wordt eerst over het subamen
dement gestemd en vervolgens over het amendement.
3 Indien twee of meer amendementen of subamendementen op een aanhangig voorstel zijn inge
diend, bepaalt de voorzitter de volgorde waarin hierover zal worden gestemd. Daarbij geldt de re
gel, dat het meest verstrekkende amendement of subamendement het eerst in stemming wordt
gebracht.
4 Indien aangaande een aanhangig voorstel een motie is ingediend, wordt eerst over het voorstel
gestemd en vervolgens over de motie.
Pagina 8
rvo raad/jzgk/8