Hoofdstuk 4 Rechten van leden
Artikel 33 Amendementen
1 leder lid van de raad kan tot het sluiten van de beraadslagingen amendementen indienen. Een
amendement kan het voorstel inhouden om een geagendeerd voorstel in één of meer onderdelen
te splitsen, waarover afzonderlijke besluitvorming zal plaatsvinden. Alleen beraadslaagd kan wor
den over amendementen die ingediend zijn door leden van de raad, die de presentielijst getekend
hebben en in de vergadering aanwezig zijn.
2 leder lid dat in de vergadering aanwezig is, is bevoegd op het amendement dat door een lid is
ingediend, een wijziging voor te stellen (subamendement).
3 Elk (sub)amendement en elk voorstel moet om in behandeling genomen te kunnen worden
schriftelijk bij de voorzitter worden ingediend, tenzij de voorzitter - met het oog op het eenvoudi
ge karakter van het voorgestelde - oordeelt, dat met een mondelinge indiening kan worden vol
staan.
4 Intrekking, door de indiener(s), van het (sub) amendement is mogelijk, totdat de besluitvorming
door de raad heeft plaatsgevonden.
Artikel 34 Moties
1 leder lid van de raad kan ter vergadering een motie indienen.
2 Een motie moet om in behandeling genomen te kunnen worden schriftelijk bij de voorzitter
worden ingediend.
3 De behandeling van een motie over een aanhangig onderwerp of voorstel vindt tegelijk met de
beraadslaging over dat onderwerp of voorstel plaats.
4 De behandeling van een motie over een niet op de agenda opgenomen onderwerp vindt plaats
nadat alle op de agenda voorkomende onderwerpen zijn behandeld.
Artikel 35 Voorstellen van orde
1 De voorzitter en ieder lid kunnen tijdens de vergadering mondeling een voorstel van orde doen,
dat kort kan worden toegelicht.
2 Een voorstel van orde kan uitsluitend de orde van de vergadering betreffen.
3 Over een voorstel van orde beslist de raad terstond.
Artikel 36 Initiatiefvoorstel
1 Een initiatiefvoorstel moet om in behandeling genomen te kunnen worden schriftelijk bij de
voorzitter worden ingediend.
2 De voorzitter plaatst het voorstel op de agenda van de eerstvolgende vergadering, tenzij de
schriftelijke oproep hiervoor reeds verzonden is. In dit laatste geval wordt het voorstel op de
agenda van de daarop volgende vergadering geplaatst.
3 De behandeling van het voorstel vindt plaats nadat alle op de agenda voorkomende voorstellen
en onderwerpen zijn behandeld, tenzij de raad oordeelt dat het voorstel met het oog op de orde
van de vergadering tezamen met een ander geagendeerd voorstel of onderwerp dient te worden
behandeld, het voorstel eerst dient te worden behandeld in een raadscommissie of voor advies
naar het college dient te worden gezonden. In het laatste geval bepaalt de raad in welke vergade
ring het voorstel opnieuw geagendeerd wordt.
4 De raad kan voorstellen stellen aan de indiening en behandeling van een initiatiefvoorstel, niet
zijnde een voorstel voor een verordening.
Pagina 10
rvo raad/jzgk/10