mer, niet onmiddellijk is geïnformeerd omtrent het standpunt van PvdA fractie maar pas afgelo
pen maandag in de namiddag. Dit terwijl de redactie van Mid Frieslander reeds afgelopen wee
kend geïnformeerd is. Namens de overgebleven leden van de Rekenkamer betreuren wij de stap
van de fractie van de PvdA in bijzondere mate. Wij hebben namelijk bij de start van de Rekenka
mer ondermeer vastgelegd: dat de Rekenkamer geen "speelbal" mag zijn van de politiek; dat de
leden "zonder last en ruggespraak" participeren in de Rekenkamer en dat de Rekenkamer als een
heid opereert en naar buiten een unanieme mening presenteert. Ook vragen wij ons af of een
fractie zelfstandig bevoegd een lid van de Rekenkamer terug te trekken. Het lid zit namelijk niet
namens de fractie in de formeel geïnstalleerde Rekenkamer doch in een volledige "eigenstandige"
positie. Naar onze bescheiden mening kan dit niet op deze wijze. Daarnaast zijn wij (overgebleven
leden van de Rekenkamer) zonder enig voorbehoud van mening dat de gemeenteraad recht heeft
op een verantwoording van de gemeentelijke Rekenkamer omtrent haar handelen in de afgelopen
periode. Het ingenomen standpunt van de PvdA fractie ondermijnt dit. Desalniettemin zullen de
overblijvende leden van de Rekenkamer hun verantwoordelijkheid omtrent het handelen in de af
gelopen periode blijven nemen.
Namens de leden van de Rekenkamer Boarnsterhim wil ik aan u, leden van de Gemeenteraad van
Boarnsterhim, een korte verklaring afleggen omtrent het volgende: Zoals u allen zult hebben
geconstateerd is in onze streekkrant "De Mid-Frieslander" op 5 maart jl. een artikel gepubliceerd
onder de kop "veel ruimte voor verbetering bij opzet, sturing en uitvoering van grote projecten".
Het betreft hier een artikel dat een weergave bevat van een nog geheim concept verslag van een
extern onderzoek naar investerings- en grondexploitatieprojecten van de gemeente Boarnsterhim,
dat in opdracht van de Rekenkamer in uitvoering is. Volledigheidshalve dient te worden opge
merkt dat dit onderzoek en eventuele conclusies nog niet inhoudelijk besproken zijn binnen de
gemeentelijke Rekenkamer. Het staat voor de leden van de Rekenkamer vast, zich daarbij base
rende op informatie welke door de betreffende journalist aan de gemeentesecretaris is verstrekt,
dat het concept van het externe onderzoeksrapport in het bezit is van de pers. Bij de start van de
Rekenkamer zijn er gezamenlijk een aantal afspraken gemaakt welke zijn vastgelegd in een Huis
houdelijk Reglement. Hierin is ondermeer ook opgenomen dat "de werkbijeenkomsten van de re
kenkamer niet openbaar zijn maar dat het onderzoeksprogramma en de rapportage van bevindin
gen van de rekenkamer wel openbaar zullen zijn".
Ook is afgesproken om van de Rekenkamer geen "speelbal" te maken van de politiek en dat de
Rekenkamer als eenheid optreedt en naar buiten een unanieme mening presenteert. Gelet op de
geheimhoudingsplicht welke aan de leden van de Rekenkamer is opgelegd, alsmede aan de bij dit
onderzoek betrokken ambtenaren, kan geen andere conclusie worden getrokken dan dat het con
cept onderzoeksrapport op enigerlei wijze is uitgelekt. Het uitlekken van deze rapporten wordt
door de leden van de gemeentelijke rekenkamer als bijzonder ernstig beschouwd.
De voorzitter van de Rekenkamer heeft op 25 februari jl. (het moment dat er voor het eerst signa
len binnen gekomen zijn dat er informatie zou zijn uitgelekt) bij de leden van de Rekenkamer in
dringend de vraag aan de orde gesteld via welk lid van de Rekenkamer over de onderzoeksop
dracht op enigerlei wijze inhoudelijk gesproken is met de pers, er rapporten beschikbaar zijn ge
steld danwel dat er informatie uit deze rapporten beschikbaar is gesteld aan derden buiten de
kring van de leden van de Rekenkamer. Uit deze ronde kon, zonder enig voorbehoud, beknopt
samengevat de conclusie worden getrokken dat geen der leden van de Rekenkamer inhoudelijk,
danwel anderszins, over het concept rapport met de pers heeft gesproken, hierover informatie
heeft verstrekt of aan derden buiten de kring van de leden van de Rekenkamer. Op basis van een
gelijksoortige actie van de gemeentesecretaris onder de direct betrokken ambtenaren, welke een
rol hebben gespeeld bij de totstandkoming van genoemde rapportage, kon door de gemeente
secretaris eveneens de conclusie worden getrokken dat ook via hen geen informatie uitgelekt kon
zijn. Desalniettemin blijkt het concept onderzoeksrapport toch uitgelekt te zijn. De feiten bewijzen
dit. Op voorhand sluiten de leden van de Rekenkamer geen enkele mogelijkheid uit waar het lek
ontstaan zou kunnen zijn. Op dit moment is echter iedere suggestie waarom of op welke wijze
het uitlekken zou zijn geschied niet interessant. Wij willen gewoon de feiten van het gebeurde.
Side 12
notulen ried 13 -03-2002 ll/absh/12