Op grond van artikel 46, lid 3 van de Woningwet dient een aanvraag, waaraan medewerking niet
zonder meer is toegestaan, tevens te worden beschouwd als een verzoek om vrijstelling van de
bestemmingsplanvoorschriften. Inzake onderhavig verzoek is de gemeenteraad beslissingsbe
voegd.
In onderhavig geval is het gezien de lange geschiedenis van het bouwplan belangrijk dat voor
eens en altijd een duidelijk gemeentelijk standpunt aangaande het verzoek wordt ingenomen.
Argumenten:
De bouw van een tweede agrarische bedrijfswoning op de Wjitteringswei ten behoeve van het
agrarisch bedrijf Rijksweg 198 is in strijd met het bestemmingsplan Buitengebied Boarnsterhim.
Het perceel aan de Wjitteringswei is aangeduid als agrarische cultuurgrond (onbebouwd). Het is
daarbij verboden de gronden en bouwwerken te gebruiken in strijd met deze doeleinden. Op de
gewenste locatie aan de Wjitteringswei ligt bovendien in het geheel geen bouwvlak en is bouw
van een woning niet toegestaan. In het buitengebied worden per definitie geen gebouwen of be
drijven toegestaan zonder een op de bestemmingsplankaart aangegeven bouwperceel.
De woonfunctie in het buitengebied is namelijk beperkt tot bestaande woningen (waaronder be-
drijfs- en dienstwoningen). Gebouwen in het buitengebied mogen verder alleen gebouwd worden
ten behoeve van een aangegeven bestaand agrarisch bedrijf (in de aangegeven bebouwingsrich
ting) of ten behoeve van een bestaand niet-agrarisch bedrijf.
Het aantal bedrijfswoningen bedraagt niet meer dan 1 per agrarisch bedrijf, met een vrijstelling
voor de bouw van een tweede bedrijfswoning. De voorwaarden die hieraan zijn verbonden, zijn
ook vermeld in het collegebesluit van 21 juli 1998. De betreffende woning voldoet aan deze
voorwaarden; echter valt niet binnen het agrarisch bouwperceel van de Rijksweg 198.
Medewerking aan de voorgestelde situering leidt tot ongewenste precedentwerking
Het beleid ten aanzien woningbouw is zorgvuldig neergelegd in het bestemmingsplan. Indien hier
van afgeweken wordt leidt dit ongewenste precedentwerking.
Voorgesteld wordt de aanvrager te verzoeken de situatieschets zodanig aan te passen dat de
woning op het bestaande agrarische bouwperceel wordt gesitueerd.
Een woning op onderhavige locatie is niet in het woningbouwcontingent opgenomen.
Het Concept Woonplan Boarnsterhim reserveert geen woningen voor woningbouw in het buiten
gebied. Voor de bouw van deze woning kan geen aanspraak worden gemaakt op het restcontin-
gent; er zijn geen dringende redenen die dit zouden rechtvaardigen.
Kanttekeningen:
Op basis van de Notitie Microplanologie wordt voldaan aan criteria voor het oprichten van een
tweede agrarische bedrijfswoning.
Deze uiteenzetting is tevens vermeld in het bijgevoegde collegebesluit van 21 juli 1998. Zoals
onder het kopje argumenten is aangegeven zou de woning zich echter moeten vestigen op een
bestaand agrarisch perceel, waarop een bouwvlak ligt.
Financiën:
Niet van toepassing.
Uitvoering:
Niet van toepassing.
Communicatie:
Maatschap Rotteveel-Schilder zal schriftelijk van uw besluit op de hoogte worden gesteld.
Pagina 3
09. roaf201 principeverzoek bouw 2e bedr.woning Wjitteringswei te Jirnsum/roaf/3