Het verzoek van de heer Hotsma is reeds in de commissievergadering ROVVM van 3 december 2001 aan de orde gekomen. Het college heeft destijds het voorstel van de agenda gehaald, om dat de heer Hotsma te kennen gaf het verzoek nader te willen toelichten. Op 6 maart is het verzoek door de heer Hotsma mondeling en schriftelijk toegelicht. De volgende argumenten werden hierbij aangedragen: Verplaatsing van het bedrijf betekent ook dat stalruimte wordt meeverplaatst naar de nieuwe locatie in de Greate Mar. Voor het overnemen van het bedrijf door één van de kinderen (waarschijnlijk dochter) moet tot een rendabele exploitatie worden gekomen. Dit is noodzakelijk om te voldoen aan de geldenden SBE-normen voor een volwaardig éénmansbedrijf. De volgende activitei ten worden voorgesteld: Weiden van koeien en jongvee van specifieke vleesrassen en mesten c.q. afmesten van vleesstiertjes tot ongeveer 300 kg geslacht gewicht; Schapenhouderij (koppels lammeren worden gemest c.q afgemest); Het aanwezige melkquotom zal worden bewerkt tot speciaalproducten zoals kwark en/of boerderij-ijs. Deze noodzakelijke verbreding en aanpassing van het bedrijf is op de huidige locatie aan de Leeuwarderderweg 40 niet mogelijk, mede gelet op de milieuhygiënische situatie. De afstand tot de omliggende woonbebouwing bedraagt ongeveer 50-100 meter. Flexibiliteit is voor het bedrijf een eerste vereiste, iets waar een klein bedrijf sterk in kan zijn, waarbij 'inspelen' op wat de markt te bieden heeft van belang is. De afstand in de Greate Mar tot de nieuw te ontwikkelen woonwijk van Wergea bedraagt meer dan 1 kilometer. In eerste instantie zal de heer Hotsma zelf bij het agrarisch bedrijf gaan wonen en bij overname door één van de kinderen zal deze de woning betrekken. Tevens heeft de heer Hotsma aangegeven dat dit verzoek los van de verplaatsing van een ander agrarisch bedrijf in Wergea staat. De nadere toelichting van de heer Hotsma heeft niet geleid tot een gewijzigd inzicht ten opzichte van december 2001De volgende argumenten liggen aan het onderhavige voorstel ten grondslag. Argumenten: De verplaatsing van het agrarisch bedrijf is niet noodzakelijk in verband met ontwikkelingen rondom Wergea In het Uitbreidingsplan in onderdelen voor de kern Warga is het perceel Leeuwarderweg 40 be stemd als grond voor boerderijen. Op gronden bestemd voor 'boerderijerfmogen bestaande woningen en bedrijfsgebouwen worden uitgebreid of vernieuwd binnen de op de plankaart aan gegeven streep-kruislijn (zie bijlage). De situatie van de heer J. Hotsma is dan ook niet vergelijkbaar met de situatie waarin R. van de Wal destijds verkeerde. Verplaatsing van het agrarisch bedrijf was hier noodzakelijk binnen het scenario ter realisering van het uitbreidingsplan ten zuidwesten van Wergea. De verplaatsing van het bedrijf is niet in overeenstemming met het beleid voor het buitengebied Het Uitbreidingsplan in hoofdzaak voor de gemeente Idaarderadeel geeft aan dat de gronden van de Greate Mar volgens artikel 2 (Agrarische doeleinden, gebied P) uitsluitend zijn bestemd voor de uitoefening van akkerbouw, veeteelt, tuinbouw of enige andere tak van bodemcultuur. In dit gebied is vervolgens geen bebouwing toegestaan, ook niet middels een ontheffing. Een deel rondom de weg Greate Mar is tevens bestemd voor 'Agrarische doeleinden, gebied R'. Pagina 2 10. roaf208 principeverzoek verplaatsen bedrijf Greate Mar te Wergea/roaf/2

Historisch Centrum Leeuwarden

Boarnsterhim vergaderstukken gemeenteraad | 2002 | | pagina 37