een fractie-webside, het maken van informatiemateriaal en het beleggen van bijeenkomsten met
derden. In het land zijn deze praktijkvoorbeelden werkzaam. Zie de ter inzage liggende handlei
ding. De fracties krijgen daardoor de vrijheid eigen activiteiten te ondernemen of bijv. kennis of
ondersteuning in te kopen.
Dit betekent dat de verordening een aantal aanvullende financieel-organisatorische bepalingen zal
moeten bevatten.
Argumenten:
Boarnsterhim is van een omvang dat verwacht mag worden dat er geen griffie zal worden ge
vormd, maar dat hooguit sprake zal zijn van 1 2 ondersteunende (deeltijd-)medewerkers.
Hierdoor is dan eigenlijk de keuze gemaakt voor de soort ondersteuning die geboden wordt van
wege de griffier.
Er is onderscheid te maken in secretariële, procesmatige en inhoudelijke ondersteuning.Met name
het laatste onderdeel zal menskracht vergen, omdat de griffie in dat geval zelf het werk doet.
Het verdient aanbeveling dat de griffier het inhoudelijke ondersteunende werk (bijv. onderzoek of
het schrijven van een notitie) via de gemeentesecretaris uitbesteed aan de ambtelijke organisa
tie,maar zelf wel de procesgang controleert, zodat hij/zij de raad daarover kan informeren. Het
zelfde is aan de orde bij vragen uit de raad: er zijn vragen die de griffier vrij simpel zal kunnen be
antwoorden en sommige zal hij/zij doorspelen aan de gemeentesecretaris. Dit betekent dat er een
goed afsprakenkader tussen beide functionarissen moet ontstaan. Dit kan gemakkelijk vorm wor
den gegeven na de evaluatie over een jaar. In een bijlage, die ter inzage ligt, is een opsomming
van taken gegeven van de griffier in de geadviseerde vorm.
Het zal in de toekomst voorkomen dat de raad vanuit zijn controlerende functie vragen stelt die
via de ambtelijke leiding bij medewerkers ter beantwoording terecht komen. De raad kan het
wenselijk achten dat een opdracht extern wordt geplaatst, hetgeen bijvoorbeeld een beleidsnoti
tie oplevert die later ter uitvoering wordt neergelegd bij het college.
Beide voorbeelden tonen aan dat het ambtelijk apparaat ook wordt geconfronteerd met de gevol
gen van een veranderde positionering van raad en college. Het kan zelfs leiden tot loyaliteitsvra-
gen bij (beleids-) ambtenaren en leidinggevenden, die zich in de dagelijkse praktijk sterker betrok
ken zullen achten bij het college.
Het stelt eisen aan de duidelijkheid aan ambtenaren wat in een gegeven situatie door wie ge
vraagd wordt en welke handelswijze daarbij gewenst is. Uitgangspunt is een optimale bediening
van de vragende partij.
Het is zaak dat het ambtelijk management de vinger aan de pols houdt, de samenhangende as
pecten bespreekbaar maakt en houdt.
De ondersteuning van de ambtelijke organisatie bestaat uit informatieverstrekking en bijstand
(voorbereiding en uitvoering voorstellen, onderzoeken of secretariaat commissies).
Informatieverstrekking is een veel voorkomend fenomeen en uit zich door het stellen van vragen
over voorstellen of zaken. Dit moet mogelijk en praktisch blijven.
Verzoeken tot bijstand dienen schriftelijk te worden gedaan. Dit bevordert de duidelijkheid, het
overzicht en de controle. Het bijhouden in een register of archiveren van de aanvragen biedt de
mogelijkheid aan een ieder daarvan kennis te kunnen nemen. Indien procesmatige aspecten daar
aan worden toegevoegd, blijkt uit het dossier tevens de voortgang, wie de behandelaar en wat
de afdoening is.
De voor u liggende verordening maakt bovengenoemde werkwijze mogelijk.
Bij raadsbesluit van 19 februari j.l. is een bedrag van 25 000,00 beschikbaar gesteld voor kos
ten van ambtelijke bijstand.
Daarnaast is het mogelijk een bedrag voor fractie-ondersteuning op te nemen en dit bedrag te
versleutelen over de fracties. Ook kan daarbij een bepaald een bedrag per lid worden toegekend.
De fracties bepalen zelf waaraan zij het hun toegekende budget willen besteden. Vanzelfsprekend
is dit niet bedoeld voor verkiezingscampagnes. Het toekennen van een budget, dat wordt uitbe-
Pagina 2
16. raadsvoorst.verord.ambt bijstand/jzgk/2