Het vigerende bestemmingsplan Buitengebied Boarnsterhim voorziet niet in de aanleg van een in- steekhaven op onderhavige locatie. Medewerking aan de aanleg van een insteekhaven (wijziging) is derhalve alleen mogelijk middels een vrijstellingsprocedure op grond van artikel 19 lid 1 van de Wet op de Ruimtelijke Ordening. Op grond van artikel 46, lid 3 van de Woningwet dient een aanvraag, waaraan medewerking niet zonder meer is toegestaan, tevens te worden beschouwd als een verzoek om vrijstelling van de bestemmingsplanvoorschriften. Inzake onderhavig verzoek is de gemeenteraad beslissingsbe voegd. Verder is medewerking aan de aanleg van de insteekhaven slechts mogelijk middels een onthef fing die moet worden verleend door de provincie Fryslân. Ook moet de provincie een ontgron dingsvergunning afgeven voor het afgraven van de insteekhaven. Dit is noodzakelijk indien een ontgronding niet als zodanig in het bestemmingsplan is aangegeven. Tot slot moet de aanvraag voor de insteekhaven worden ingediend bij zowel het Wetterskip Mar- ne en Middelsee als het Wetterskip Fryslân voor het verkrijgen van de benodigde vergunningen. Naar aanleiding van de raadscommissie van 3 april 2002 heeft de heer Baarsma de grootte van de insteekhaven aan moeten geven aangezien deze 3 keer zo groot leek als de recreatiewoning. Tussentijds is gewijzigd beleid voor de aanleg van insteekhavens vastgesteld op 21 mei 2002. De gemeenteraad heeft in zijn vergadering van 21 mei 2002 besloten dat de haven bij voorkeur in de lengterichting gerealiseerd wordt, een soort 'parkeerhaven Als maximale afmeting wordt hierbij 5 (breedte) x 16 meter (lengte) aangehouden. Het raadsbesluit heeft de heer Baarsma per fax ontvangen. Daarbij is de heer Baarsma uitgenodigd voor een gesprek op 13 juni 2002. In dit gesprek heeft hij aangegeven om welke reden de insteekhaven niet in de lengterichting gereali seerd kan worden. Naar aanleiding van dit gesprek heeft de heer Baarsma op 29 juni 2002 de benodigde gegevens en tekening schriftelijk bij mevrouw Flapper van de gemeente ingeleverd en mondeling toegelicht. In deze brief wordt verzocht om het aanleggen van de insteekhaven volgens de bijgevoegde te kening. De insteekhaven is op deze tekening niet in de lengterichting van het perceel kadastraal gemeente Wergea sectie C, nummer 1684 gerealiseerd. Dit om reden van het feit dat door de be roepsvaart op het Prinses Margrietkanaal er in de Rochsleat ter plaatse verschillen in waterstand van soms wel 50-60 centimeter ontstaan. Met name bij de duwvaart komt er dan nog een hek- golf die boten voor de wal tegen en soms haast op de wal gooit; daarbij ligt het perceel op veel lager wal. Langs de wal van de Rochsleat is het niet verantwoord aan te leggen; een 'parkeerhaven in lengterichtingbiedt hier geen oplossing. Een insteekhaven van 5x16 meter wil de heer Baarsma uitbreiden met een oppervlakte van 5 x 10 meter, en zo een draaikom van 10 x 10 meter om een aantal redenen. Een boot met een lengte tot circa 9,5 meter kan dan vooruit naar binnen varen, in de haven met de hand worden gedraaid, en vooruit de haven uitvaren; dit bevordert zeer de veiligheid bij het zeer drukke scheepvaartverkeer ter plaatse. Daarnaast wordt de hekgolf in de kolk meer gedempt en de ha ven kan zonodig worden afgesloten. De boot kan worden afgemeerd zo dicht mogelijk bij de ge plande woning, en vindt zo uit een oogpunt van ruimtelijke ordening aansluiting bij een ruimtelijk element; bovendien wordt het uitzicht uit en het zicht op de woning niet belemmerd. Door het graven van een dergelijke haven wordt er grond vrij gekregen voor ophoging van het terrein ter plaatse van woning en haven, en voor het maken van een walbeschoeiing waarmee een verdere afslag van de wal van de Rochsleat wordt voorkomen. De heer Baarsma verwijst daarbij ook naar de verbeterde situatie op het perceel daarnaast (kadastraal bekend gemeente Warrega, sectie C, perceelnummer 1592). De heer Baarsma is naar aanleiding van dit schrijven op de hoogte gesteld van het feit dat in principe geen positief advies kan worden gegeven ten aanzien van de aanleg van de insteekhaven conform het op 21 mei 2002 vastgestelde beleid. Pagina 2 Verzoek nwe recreatiewoning en aanleg insteekhaven Rochsleat

Historisch Centrum Leeuwarden

Boarnsterhim vergaderstukken gemeenteraad | 2002 | | pagina 53