Voorgesteld is de recreatiewoning te herbouwen nadat de grond is opgehoogd. Dit betekent dat het perceel ook hoger komt te liggen. Bovendien is daarbij voorgesteld de walbeschoeiing ook aan te pakken, zo ontstaat een verbeterde situatie en zal de kans dat de boot op de wal wordt gegooid ook worden verkleind. Daarbij moet worden opgemerkt dat iedere boot die ligt aange meerd op druk bevaren routes te maken heeft met de nodige golfslag. De verkeersveiligheid en doorvaarbaarheid van de Rochsleat komen tot slot niet in het gedrang bij de aanleg van een insteekhaven in de lengterichting. Tevens overschrijdt de insteekhaven de toe gestane grootte. Tot slot is voor de gemeente het vrijkomen van grond geen argument om me dewerking te verlenen. Aangegeven is dat door het graven van een dergelijke haven grond vrij komt voor ophoging van het terrein ter plaatse van woning en haven, en voor het maken van een walbeschoeiing waarmee een verdere afslag van de wal van de Rochsleat wordt voorkomen. Voor het ophogen van het terrein en het maken van walbeschoeiing kan de benodigde grond ook van elders worden aangekocht. Kanttekeningen: 2.1 Het gelijkheidbeginsel moet in acht worden genomen Reeds eerder is medewerking verleend aan de aanleg van een insteekhaven landinwaarts op het naastgelegen perceel 1592, kadastrale gemeente Warrega, sectie C aan de Rochsleat. Dit heeft in principe een precedentwerking voor onderhavig perceel tot gevolg, omdat het gelijkheidsbegin sel dan in acht moet worden genomen. Het standpunt van de raad omtrent insteekhavens is on langs echter verder uiteengezet, waardoor sprake is van voortschrijdend inzicht en beleid. 2.2De provincie Fryslân staat positief tegenover de aanleg van een insteekhaven aan de Roch sleat. Dit met name op grond van de precedentwerking die uitgaat van de aanleg van de insteekhaven op het perceel 1592, kadastrale gemeente Warrega, sectie C. De aanvraag voor de insteekhaven wordt bij de provincie officieel getoetst aan de voorwaarden van de Vaarwegverordening; op grond waarvan al dan niet een ontheffing wordt verleend. Daarnaast wordt door de provincie be oordeeld of een ontgrondingsvergunning kan worden verleend voor de aanleg van de insteekha ven op het betreffende perceel. Financiën: Niet van toepassing. Uitvoering: Niet van toepassing. Communicatie: De heer L. Baarsma zal schriftelijk van uw besluit op de hoogte worden gesteld. Raadscommissie(s): De raadscommissie ROVVM heeft in haar vergadering van 3 april 2002 aangegeven dat de afme ting van de haven ontbreekt en deze op de ter inzage liggende tekening 3 keer zo groot lijkt als de recreatiewoning op het perceel. De commissie kon instemmen met het feit in principe mede werking te verlenen aan de vervanging van de recreatiewoning door een nieuwe recreatiewoning. De voorzitter van de commissie heeft geconcludeerd dat het voorstel een B-stuk is. De gegevens omtrent de afmetingen moeten voor de raadsvergadering worden aangeleverd. Aangezien tegelij kertijd het beleid omtrent de grootte van de insteekhavens werd vastgesteld in de raad van 21 mei 2002 kon het voorstel niet in de raad van 21 mei 2002 worden behandeld. Op 10 juni 2002 is de heer Baarsma op de hoogte gesteld van het vastgestelde beleid omtrent insteekhavens. Pagina 4 Verzoek nwe recreatiewoning en aanleg insteekhaven Rochsleat

Historisch Centrum Leeuwarden

Boarnsterhim vergaderstukken gemeenteraad | 2002 | | pagina 55