Pagina 2
vigerende als het ontwerp bestemmingsplan. Daarnaast is de raad van mening dat het
bebouwingsbeeld ter plaatse te ernstig wordt verstoord en dat bij medewerking een ongewenste
precedentwerking wordt geschapen. Daarbij betekent de weigering een continuering van beleid.
Het college heeft namelijk in een eerder stadium een aanvraag voor een serre even verderop (aan
de Kanadeeskestrjitte) geweigerd, op basis van dezelfde argumentatie als onderhavig geval.
Middels een beschikking van 6 maart 2001 is de bouwvergunning voor een serre op onderhavig
perceel geweigerd.
Tegen het besluit van 20 februari 2001 om geen voorbereidingsbesluit te nemen is door gemach
tigde van bezwaarde middels een brief 28 maart 2001 bezwaar aangetekend. In dit bezwaar
schrift wordt tevens bezwaar gemaakt tegen de beschikking van 6 maart 2001, waarin de
bouwvergunning wordt geweigerd.
De commissie beroep en bezwaarschriften heeft het bezwaar ter zitting behandeld in de vergade
ring van 15 augustus 2001. Daarna heeft de commissie haar advies doen toekomen. Dit advies is
op 30 oktober 2001 in het college behandeld. Het advies en een verslag van de hoorzitting zijn
als bijlagen bij dit voorstel gevoegd. De commissie adviseert eerst een welstandsadvies aan te
vragen en vervolgens een nieuw besluit te nemen of een bouwvergunning verleend kan worden.
Besloten is om het advies aan te houden zodat nagegaan kan worden wat de juridische en be
stuurlijke consequenties zijn van het aanvragen van een welstandsadvies terwijl ook het nieuwe
bestemmingsplan deze bebouwing niet toelaat.
Dit voorstel beoogt het advies van de commissie niet op te volgen en derhalve in afwijking van
het advies van de commissie beroep- en bezwaarschriften het bezwaarschrift ongegrond te ver
klaren.
Argumenten:
1 Een welstandscommissie geeft geen stedenbouwkundig oordeel over het bouwwerk.
Een welstandscommissie geeft uitsluitend een oordeel over de esthetische kwaliteit van een
bouwplan. Het is niet aan de welstandscommissie om de stedenbouwkundige kwaliteiten te toet
sen. Het bestemmingsplan is het instrument om stedenbouwkundige kwaliteiten te waarborgen.
Aangezien het bouwplan in strijd is met het bestemmingsplan achten wij het niet noodzakelijk
een welstandsadvies aan te vragen. Artikel 48 van de Woningwet geeft bovendien aan dat een
bouwaanvraag niet aan de welstandscommissie hoeft te worden voorgelegd op het moment dat
het bouwplan in strijd is met het bestemmingsplan. De gemeente dient eerst een afweging te
maken of zij aan het bouwplan wil meewerken.
2. Het opvolgen van het advies zou een zeer ongewenst precedent scheppen, evenals een
drastische wijziging in de werkwijze.
Indien het advies van de commissie beroep- en bezwaar zou worden opgevolgd zou dit een on
gewenste precedentwerking met zich meebrengen. De commissie zegt met haar advies dat voor
dat de gemeente kan overgaan tot weigering van een bouwplan zij eerst een welstandsadvies
moet aanvragen. Daarmee wordt de stedenbouwkundige/planologische beslissing om medewer
king te verlenen aan een bouwplan bij de welstandscommissie Hus en Hiem neergelegd. Dit is na
tuurlijk ongewenst en kan nimmer de bedoeling zijn. De welstandscommissie is een adviesorgaan
en geeft uitsluitend een oordeel over de esthetische aspecten van het bouwwerk. De afweging of
een bouwwerk planologisch en stedenbouwkundig verantwoord is kan uitsluitend door de
gemeente worden afgewogen.1 Het advies van de commissie zou tevens een drastische wijziging
in de werkwijze betekenen, aangezien alle bouwaanvragen eerst aan de welstandscommissie zou-
1 Bij een planologische procedure (artikel 19WRO) kan het natuurlijk wel zijn dat de provincie of de inspec
tie VROM een oordeel velt over de planologische en stedenbouwkundige kwaliteiten van een bouwwerk.
09. voorstel cie benb akkrum kleef 1 raad /rojb/2