5 noodzakelijk zijn voor de inzetbaarheid op de arbeidsmarkt. De kansen op werkhervatting dalen naarmate de leeftijd van betrokkene hoger is maar zeker ook naarmate de tijd voortschrijdt. Nieuw instromende werklozen moeten binnen een jaar een aanbieding krijgen voor werk, scholinq en/of sociale activering. Hierbij is de gemeente verantwoordelijk voor personen met uitsluitend een Abw- uitkering, loaz en loaw. Personen die vrijgesteld zijn van de arbeidsplicht vallen buiten de sluitende aanpak. Trajecten puur gericht op zorg (zoals schuldhulpverlening en verslavingszorg) kunnen ook niet uit de middelen die beschikbaar ziin oesteld voor de sluitende aanpak worden gefinancierd. Voor de nieuwe instromende werklozen worden afspraken met het Cwi gemaakt die via ons eigen clientvolgsysteem worden bijgehouden zodat inzichtelijk gemaakt kan worden dat er met alle uitkeringsgerechtigden een individueel traject is afgesproken en De^aemeïnte heeft dus de taak om te bevorderen dat de cliënt gebruikt maakt van voorzieningen die kunnen bijdragen aan het uitstromen naar werk en daarmee het realiseren van een zelfstandig bestaan. Om deze uitstroom te kunnen bevorderen beschikt de gemeente over verschillende instrumenten, die al naar gelang de caoaciteiten van de cliënt ingezet kunnen worden. Zo kan de gemeente kiezen voor intensieve trajectbegeleiding, scholing, de inzet van ID- banen, de Wiw, plaatsing via de sociale werkvoorziening of een traject in het kader van sociale activering en/of vrijwilligerswerk. Doel van de verschillende trajecten is te proberen zoveel mogelijk uitkeringsgerechtigden weer aan de slag te helpen of in ieder geval de kansen op werk voor deze groep te vergroten. Vanaf 1 ianuari 2002 is de gemeente ook verantwoordelijk voor de reïntegratie van "niet- uitkeringsgerechtigden" (de zogenaamde Nuggers). Het gaat hier om de groep die ingeschreven staat bij het CWI en aan hebben gegeven 12 uur of meer te wiMen werken. Daarnaast geldt de reïntegratieplicht voor personen met een Anw-uitkering. Ook voor deze groep moeten - indien zij dit willen- trajectafspraken worden gemaakt. Niet iedereen heeft echter evenveel kans om terug te keren op de arbeidsmarkt. Afhankelijk van de fase wordt een individueel traject uitgezet, waarbij fase 1 clienten direct bemiddelbaar zijn voor de markt en fase 4 cliënten vooralsnog niet bemiddelbaar ziin. Individuele trajectbegeleiding heeft als doel het bevorderen van de uitstroom naar betaalde arbeid, gesubsidieerde arbeid of onbetaalde arbeid door begeleiding, scholing en training. Hierbij wordt onderscheid gemaakt naar trajecten voor fase 12, 3 en 4 cliënten. In de afgesloten service niveauovereenkomst met het CWI, de zogenaamde SNO zijn afspraken gemaakt over melding/klantherkenning, doorverwijzing, de werkintake, de uitkeringsintake, de overdracht en bemiddeling voor deze clienten. Voor deze groep moeten afspraken gemaakt worden hetzij richting uitstroom, hetzij activeringstrajecten of maatschappelijke participatie. Alle trajecten worden afgestemd od de mogelijkheden van de cliënt, maar zijn niet vrijblijvend. De afweging en keuze van aanbieding van het traject ligt bij de consulent. In de volgende paragrafen worden de trajecten behandeld van fase 1 tot en met 4 alsmede de Nuggers. Stand per fase 1 fase 2 fase 3 fase 4 Totaal 1-1-1998: 16 21 52 206 295 1-1-1999: 1-7-2000: 1-7-2001: 1-9-2002: 24 22 17 22 34 20 4 8 52 43 23 28 133 91 157 129 243 176 201 187 Beleidsplan sociale zaken 2003 gemeente Boarnsterhim

Historisch Centrum Leeuwarden

Boarnsterhim vergaderstukken gemeenteraad | 2003 | | pagina 24