de mogelijkheid geboden in die periode bedenkingen in te dienen (artikel 19-procedure). Van deze mogelijkheid is door diverse personen gebruik gemaakt. Bij brief van 02 augustus 1999 heeft Hûs en Hiem een positief welstandsadvies uitgebracht on der voorbehoud dat het bouwplan wat betreft de verhouding tussen kap- en onderbouw bij de noord- en zuidgevel wordt gewijzigd. Bedoelde wijziging is in het bouwplan aangebracht. Op 29 september 1999 is in het kader van de artikel 19-procedure een hoorzitting gehouden, waar de indieners van de bedenkingen hun standpunt konden toelichten. Op 11 januari 2000 hebben Burgemeester en wethouders besloten de ingediende bedenkingen ongegrond te verklaren en de benodigde verklaring van geen bezwaar van Gedeputeerde Staten van Fryslân te vragen. Bedoelde verklaring van geen bezwaar is aangevraagd bij brief van 10 fe bruari 2000. De indieners van de bedenkingen zijn van een en ander in kennis gesteld bij brief van 18 februari 2000. Daarbij is tevens het verdere verloop van de procedure aangeduid (incl. de mogelijkheid te zijner tijd bezwaar in te dienen). Gedeputeerde Staten van Fryslân hebben bij brief van 05 april 2000 om nadere informatie ge vraagd. Bij hun brief van 16 mei 2000 hebben Burgemeester en wethouders een reactie op dit verzoek gegeven en de gevraagde informatie verstrekt. Gedeputeerde staten van Fryslân hebben vervolgens bij brief van 20 juli 2000 de gevraagde ver klaring van geen bezwaar verleend. Bij besluit van 20 juli 2000, bekend gemaakt d.d. 27 juli 2000, hebben Burgemeester en wet houders besloten vrijstelling te verlenen van het bestemmingsplan "Buitengebied Boarnsterhim" en de gevraagde bouwvergunning te verlenen. Het besluit is op 27 juli 2000 bekend gemaakt aan de aanvrager. Publicatie in het blad Op 'e Hichte heeft plaats gehad op 29 augustus 2000. Bur gemeester en wethouders hebben de termijn om bezwaren in te dienen verlengd tot en met 11 oktober 2000. Tegen dit besluit zijn bezwaarschriften ingediend. De meeste bezwaarden hebben tevens een verzoek om voorlopige voorziening als bedoeld in arti kel 8:81 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) ingediend bij de President van de rechtbank. Deze heeft bij uitspraak van 25 oktober 2000 o.a. het besluit tot verlening van bouwvergunning (incl. vrijstelling) geschorst tot twee weken na de bekendmaking van de beslissing op bezwaar. De schorsing is met name gebaseerd op het oordeel dat Burgemeester en wethouders onvol doende hebben getoetst of de realisering van het paviljoen zich verdraagt met de uit artikel 6 van de Habitatrichtlijn (richtlijn 92/43/EEG van de Raad van de Europese Gemeenschappen d.d. 21 mei 1992) voortvloeiende verplichtingen. Deze verplichtingen houden o.a. in dat voor plannen of projecten die significante gevolgen kunnen hebben voor een als Speciale Beschermingszone (SBZ) aangewezen gebied een passende beoordeling wordt gemaakt van de gevolgen voor het gebied, rekening houdend met de instandhoudingdoelstellingen van dat gebied. Om die reden hebben Burgemeester en wethouders opdracht gegeven een ecologisch onderzoek uit te voeren, welk onderzoek heeft geleid tot het rapport van het bureau Altenburg Wymenga d.d. 04 februari 2002. Burgemeester en wethouders hebben voorts de Commissie verzocht om de verdere behandeling van de ingediende bezwaarschriften uit te stellen in afwachting van de resultaten van het ecologische onderzoek. Bezwaarden zijn hiervan in kennis gesteld. Pagina 2 14.raadsvoorstel adv. bezw. Paviljoen Terherne/jzmg/2

Historisch Centrum Leeuwarden

Boarnsterhim vergaderstukken gemeenteraad | 2003 | | pagina 62