alsnog niet verder in behandeling genomen zou worden, totdat door bezwaarde een nieuwe loca tie zou zijn voorgesteld. Bij brief van 23 november 2001 heeft bezwaarde in reactie op de brief van 02 december 1999 gesteld dat zij vanaf het allereerste begin duidelijk is geweest omtrent de locatie voor de woning. Bezwaarde verzoekt daarbij om de bouwvergunning alsnog te verlenen. Namens Burgemeester en wethouders is daarop bij brief van 21 maart 2002 aan bezwaarde be richt dat uw raad het bevoegde orgaan was om met betrekking tot het verlenen van vrijstelling op grond van artikel 19, lid 1, van de WRO te beslissen. Burgemeester en wethouders hebben ten behoeve van de raadsvergadering van 18 juni 2002 aan uw raad voorgesteld geen medewerking aan de bouw van de tweede bedrijfswoning op de in de bouwaanvraag aangegeven locatie (100 meter vanaf het bedrijf van bezwaarde) te verlenen. Be zwaarde is bij brief van 03 juli 2002 van de overeenkomstige beslissing van uw raad in kennis gesteld. Aan bezwaarde is daarna bij brief van 09 augustus 2002 medegedeeld dat tegen de door uw raad genomen beslissing van 18 juni 2002 om geen medewerking te verlenen aan de bouw van een tweede bedrijfswoning aan de Wjitteringswei te Jirnsum geen bezwaar of beroep ingesteld kon worden, aangezien de beslissing niet gericht was op rechtsgevolg. Bij brief van 05 september 2002 heeft bezwaarde gevraagd de beslissing op het verzoek om me dewerking te heroverwegen en in ieder geval een voor bezwaar en beroep vatbaar besluit te ne men. Burgemeester en wethouders hebben daarop in hun brief van 19 december 2002 geconstateerd dat op de bouwaanvraag d.d. 27 januari 1999 nog geen besluit was genomen. Aan uw raad zou voorgesteld worden de bouwvergunning te weigeren. Uw raad heeft op 21 januari 2003 conform het voorstel van Burgemeester en wethouders beslo ten de gevraagde bouwvergunning te weigeren. Het besluit is bekend gemaakt bij brief van 18 februari 2003. Bezwaarde heeft tegen dit besluit bij brief van 27 maart 2003, ingekomen 28 maart 2003, een bezwaarschrift ingediend. Argumenten voor 1 tot en met 3: De Commissie voor Beroep- en Bezwaarschriften heeft in haar advies van 14 juli 2003 geadvi seerd het bovenstaande bezwaarschrift ongegrond te verklaren voor wat de weigering vrijstelling te verlenen door uw raad betreft. Uw raad dient daarbij uitdrukkelijk tot uiting te brengen dat de gevraagde vrijstelling als bedoeld in artikel 19, lid 1van de WRO geweigerd is, aangezien dat uit de brief van 18 februari 2003 niet uitdrukkelijk blijkt. Voor wat het eveneens door uw raad ge nomen besluit om vervolgens geen bouwvergunning te verlenen betreft merkt de Commissie op dat dat geen bevoegdheid is die uw raad toekomt maar die het college van burgemeester en wethouders toekomt. Terecht adviseert de Commissie dan ook voor wat dit betreft uw besluit te herroepen. De Commissie komt tot haar advies middels toetsing aan wet- en regelgeving en beoordeling van alle relevante feiten en omstandigheden. Het advies van de Commissie is zorgvuldig tot stand ge komen en innerlijk consistent. Wij achten het advies van de Commissie derhalve een juist advies en in deze doorslaggevend voor de te nemen beslissing. Pagina 2 m hȕw Rotteveel MaatschaD/izmq/2

Historisch Centrum Leeuwarden

Boarnsterhim vergaderstukken gemeenteraad | 2003 | | pagina 18