daarom voor hier niet verder op in te gaan, maar ons te baseren op de gegevens van het ministerie van Binnenlandse Zaken. Het ministerie geeft in de brochure Kengetallen 2003 ook informatie over de personeelsomvang bij gemeenten. Personeelslasten leggen immers een substantieel beslag op het gemeentelijk budget. Vergelijking van het personeelsbestand met andere gemeenten kan dus een signaal zijn. Het ministerie voegt er overigens aan toe, dat vergelijking lastig is. Personeel is verschillend verdeeld over afdelingen en sectoren en bijvoorbeeld gemeenschappelijke regelingen. De organisatiestructuren zijn verschillend: naar grootte en naar takenpakket. Uitbesteding van taken en inhuur van derden kan van invloed zijn op de omvang van de organisatie. De enige bruikbare maatstaf lijkt het aantal ambtenaren per 1000 inwoners naar groottegroep en groepsindeling volgens sociale en centrumindicatoren. Naar grootteklasse: De meest recente peildatum is nu 1 januari 2002 met een gemiddeld aantal van 6.5 fte per 1000 inwoners in onze gemeenteklasse ongeveer 124 fte in ons geval). Het aantal formatieplaatsen in onze gemeente is weliswaar 143, maar de gemeente bevindt zich ook aan de bovenkant van de grootteklasse met haar 19.000 inwoners. N.B. Bij de artikel 12 toekenning aan de gemeente Winschoten (19.000 inwoners) wordt overigens door de beheerders van het gemeentefonds het gemiddelde van de grootteklasse, als norm gehanteerd. Naar groepsindeling: Een redelijke sociale structuur en geen centrumfunctie geeft een gemiddeld aantal fte's van 6.9 per 1000 inwoners 131 fte in ons geval. De standaarddeviatie van 1.5 is dermate hoog, dat de bandbreedte in deze klasse zeer ruim is. Een nadere analyse moet eventueel plaatsvinden. Op dit moment volstaan we met de constatering, dat Boarnsterhim met 143 fte slechts iets boven het gemiddelde scoort. Hierna treft u de tabellen aan uit de brochure Kengetallen 2003 van het ministerie van Binnenlandse Zaken, die indicaties weergeven over de personeelsomvang bij de Nederlandse gemeenten. Achtereenvolgens worden in de tabellen 1 (personeelsomvang naar grootteklasse) en 2 (personeelsomvang naar groepen volgens sociale- en centrumindicatoren) het aantal gemeenten per groep, het aantal fte's per 1.000 inwoners, de standaarddeviatie en de laagste en hoogste waarneming gepresenteerd. 10

Historisch Centrum Leeuwarden

Boarnsterhim vergaderstukken gemeenteraad | 2004 | | pagina 12