7.4 Hoofdfunctie 3: Economische zaken Hoofdfunctie 3 omvat economische aangelegenheden (310), nutsvoorzieningen (330) en overige agrarische zaken(341). De opbrengsten worden betrokken bij de Overige Eigen Middelen (OEM), die elders in deze rapportage beschreven zijn. De functies 310 en 330 genereren in Boarnsterhim een negatieve opbrengst, terwijl die in de referentiegemeenten positief is. Het gaat om een verschil van 9 per inwoner. 7.5 Hoofdfunctie 4: Onderwijs De relevante functies zijn in dit verband 420 (openbaar basisonderwijs), 421 (bijzonder basisonderwijs), 460 (o.s.g.), en 480 (gemeenschappelijke lasten). De quick scan laat zien, dat Boarnsterhim exclusief voor onderwijs (afgezonderd van de cluster zorg) 112.000 hogere lasten heeft dan gemiddeld binnen de referentiegroep. De substantieel lagere lasten binnen de cluster 'zorg' moeten dus geheel verklaard worden door de zorg. Wij komen hier later op terug. Als we specifiek kijken naar de functies dan zijn de kosten voor het openbaar basisonderwijs in Boarnsterhim in de afgelopen jaren hoger en de kosten voor het bijzonder onderwijs lager dan binnen de referentiegroep. Gesaldeerd geeft onze gemeente tussen de 7 en 10 minder uit voor het basisonderwijs. Anders ligt dit voor de kosten voor de o.s.g.: een omstandigheid, die een verschil van 7 per inwoner verklaart. Ook de gemeenschappelijke lasten zijn hoger, maar dit ligt verschillend voor de gemeentegrootte en de cijfers over de sociale structuur. Bij deze post gaat het om de onderwijsbegeleiding, het leerlingenvervoer, zwemonderwijs (n.v.t. in Boarnsterhim) en de gymnastieklokalen. Het ministerie van Binnenlandse Zaken zet hier echter een kanttekening bij. De bedragen voor onderwijshuisvesting mogen niet zonder meer als kengetal worden gezien, omdat uit analyses van het CBS is gebleken, dat de lasten voor onderwijshuisvesting bij een groot aantal gemeenten niet of niet voldoende duidelijk in de begroting zijn aangegeven. 7.6 Hoofdfunctie 5: Cultuur en recreatie Hieronder vatten wij de nettolasten samen van hoofdfunctie 5. Het gaat dan om de openbare bibliotheken (510), het vormings- en ontwikkelingswerk (511), de sport (530), de kunst (540), de lasten voor 'oudheid' (541maar ook openbaar groen (560), dat in de IFLO rapportage ook zelfstandig aandacht krijgt. De totale lasten voor deze hoofdfunctie liggen beduidend lager dan die van de referentiegemeenten. Meer gedetailleerd over de afgelopen jaren: - Bij bibliotheken gaat het slechts om een enkele euro; Aan vormings- en ontwikkelingswerk wordt iets meer uitgegeven dan door de referentiegemeenten. Ook de Muziekschool valt onder deze functie; - De kosten voor 'kunst' zijn marginaal en t.o.v. de voorgaande jaren zelfs verminderd en blijven sterk achter bij de kosten van de referentiegemeenten. Hetzelfde geldt voor de uitgaven voor 'oudheid'. - T.a.v. 'sport' is er sprake van een substantiële afwijking naar beneden. De quick scan bevestigt ons eigen beeld van de afgelopen jaren. Het grootste deel van de 35 verschil is te verklaren door de lagere uitgaven voor sport. 'Kunst' en 'oudheid' verklaren de overige euro's. - De kosten voor openbaar groen zijn voor Boarnsterhim de afgelopen jaren gelijk gebleven: 49 per inwoner, terwijl deze bij de referentiegroep zijn gestegen. Eenzelfde beeld doet zich voor bij de sport (waaronder de nettolasten vallen van de 'groene sportvelden'. Voor een goede vergelijking dienen t.a.v. de IFLO-gegevens de cijfers over de 'lijkbezorging' eruit gehaald te worden. Hier is juist sprake van hogere gemeentelijke lasten van 6 per inwoner. De mindere uitgaven van Boarnsterhim voor 'groen' worden dus voornamelijk veroorzaakt door de substantieel lagere kosten voor de sport en slechts in geringe mate door de kosten voor openbaar groen. 13

Historisch Centrum Leeuwarden

Boarnsterhim vergaderstukken gemeenteraad | 2004 | | pagina 15