Uit de vergelijking met de referentiegemeenten blijkt Boarnsterhim hogere uitgaven te hebben op de clusters bestuursorganen, algemene ondersteuning, ruimtelijke ordening en stadsvernieuwing, riolering, wegen en water. De hogere kosten voor water zijn geheel toe te schrijven aan de pont. Andere (meer-)uitgaven voor watergebonden activiteiten zijn er niet. De meer-uitgaven voor wegen hangen gedeeltelijk samen met het hoger dan gemiddelde aantal kilometers weglengte, maar nodigen vooral uit tot nader onderzoek (ook in relatie met de resultaten van de workshop van de raad in maart 2003, waarin geconcludeerd werd, dat het onderhoudsniveau zeer te wensen overlaat en investeringen noodzakelijk zijn voor het op niveau brengen en houden van de wegen. Inkomsten - Recent is geen onderzoek gedaan naar de hoogte van de leges, die de gemeente hanteert. Enkele jaren geleden concludeerden wij in een vergelijkend onderzoek, dat niet over de gehele linie hoge tarieven werden gehanteerd, maar was er in het algemeen wel sprake van hoge tarieven. De verhogingen van de laatste jaren zijn beperkt gebleven, maar de tarieven zijn bij de begroting 2004 in een aantal gevallen fors verhoogd om de kostendekkendheid te herstellen. - De onroerend zaakbelasting is ruim hoger dan de artikel 12 norm en het gegeven, waarmee IFLO in de berekeningen van uitgaat. De opbrengst is nagenoeg gelijk aan de referentiegemeenten, waar gemiddeld sprake is van een hogere waarde van het onroerend goed. Uitgangspunt voor de rioolheffing en afvalstoffenheffing is, dat een kostendekkend tarief in rekening wordt gebracht. IFLO concludeert, dat er een 'vrije ruimte' is. Met andere woorden: In Boarnsterhim zou geen sprake zijn van kostendekkendheid. Voor afvalstoffen is in ieder geval sprake van kostendekking. De geringe overdekking van 2 wordt naar onze mening veroorzaakt door het tarief inclusief BTW. De vrije ruimte, die IFLO vermoedt bij de riolering is er niet, als we de Verfijningsuitkering Riolering betrekken bij de tariefstelling. Daarmee ontstaat een kostendekkend beeld. Zoals aangegeven zullen wij hierover het IFLO benaderen. - In financiële zin is Boarnsterhim niet echt 'weerbaar'. De eigen inkomsten bewegen zich op een laag niveau en er is geen perspectief deze structureel te verhogen. - De groei van de eigen inkomsten blijft achter bij de referentiegemeenten. De cijfermatige opzet van IFLO vereist een nadere toelichting over de hoogte van de Algemene Uitkering in relatie tot de nettolasten. De lagere raming van de algemene uitkering door onze gemeente en de reservering voor het BTW-Compensatiefonds vragen om een verklaring, waarbij wij vooralsnog denken aan het consequent gebruiken van netto en bruto gegevens. 17

Historisch Centrum Leeuwarden

Boarnsterhim vergaderstukken gemeenteraad | 2004 | | pagina 19