Pagina 3 4. De gronden dienen bij hoogwater ook als berging voor water. De gronden zijn nader aangeduid als "waterstaatsdoeleinden. Dit houdt in dat de gronden bij hoogwater tevens bestemd zijn voor opslag van overtollig water. Wij achten het derhalve niet ver antwoord medewerking te verlenen aan een dergelijke opslagruimte met eventueel een fileerruimte c.q. rokerij op de wal. 5. Medewerking aan de bouwaanvraag kan leiden tot ongewenste precedentwerking Het beleid van de overheid is erop gericht bedrijvigheid zoveel mogelijk te concentreren. Het verle nen van vrijstelling voor een dergelijk (ambachtelijk) bedrijf kan leiden tot ongewenste precedent werking ten aanzien van het concentratiebeleid en ten aanzien van het vestigen van bedrijven in de bestemming natuurgebied. Kanttekeningen: 1De huidige bedrijfsvoering voldoet niet aan de voorschriften gesteld vanuit milieuhygiëne De manier waarop de bedrijfsvoering wordt gedaan voldoet niet aan de huidige (mili- euhygiënevoorschriften. De bereidplaats dient namelijk voorzien te zijn van vaste wanden en een waterdichte vloer, er moet stromend koud en warm water aanwezig te zijn, de kraan voor per soonlijke hygiëne dient gescheiden te zijn van de kraan om producten schoon te spoelen. Ook de koelplaats dient een waterdichte vloer te hebben, de wanden en deuren dienen van water dicht en duurzaam materiaal te zijn, etcetera. Het voortbestaan van het bedrijf van de aanvrager op de huidige manier is derhalve geen mogelijk heid. Er staan op de huidige locatie illegale bouwwerken (zie foto's in ter inzage liggende stukken) welke in het kader van het handhavingsbeleid van de gemeente niet kunnen worden toegestaan. Met het weigeren van onderhavige bouwaanvraag ontstaat een onhoudbare situatie. 2. Indien de raad in afwijking van het voorstel besluit is bedrijfsverplaatsing de enige moge lijkheid, dit brengt grote financiële consequenties met zich mee. In de brief van de provincie geeft zij aan dat een dergelijke bedrijfsvestiging mogelijk kan zijn op een bedrijventerrein. Landschappelijk en planologisch gezien is dit acceptabel. Echter een dergelij ke verplaatsing van de activiteiten brengt de nodige (financiële) gevolgen met zich mee voor de aanvrager. De huidige locatie huurt hij voor een jaarbedrag van €0,45, terwijl aanvrager bij vesti ging op een bedrijventerrein grond zal moeten verwerven of huren. Het is de vraag of dit, voor een dergelijk kleinschalig bedrijf, bedrijfseconomisch haalbaar is. Indien de raad in afwijking van het voorstel besluit, dan is vestiging op een bedrijventerrein het enige alternatief. De raad is dan door het afwijkende besluit gebonden aan een inspanningsplicht met de nodige financiële consequenties. 3. Aanvrager wijst de gemeente op het gelijkheidsbeginsel. Aanvrager geeft in zijn correspondentie herhaaldelijk aan dat hij van mening is dat de gemeente zich niet houdt aan het gelijkheidsbeginsel. Aanvrager doelt dan op de bouwaanvraag voor de uit breiding van de jachthaven aan de Syl te Terherne. Een gedeelte van de uitbreiding van de jacht haven, namelijk twee aanlegsteigers, vallen namelijk ook in het bestemmingsplan "Buitengebied Boarnsterhim" in de bestemming "natuurgebied". Deze aanvraag is tevens in strijd met het be stemmingsplan. In het kader van dit bouwplan is echter door de gemeenteraad ingestemd met het opstarten van een vrijstellingsprocedure, mits het flora- en faunaonderzoek deze procedure niet in de weg zou staan. Er is wel sprake van een zelfde strijdigheid met het bestemmingsplan, echter de ruimtelijke en landschappelijke consequenties zijn niet vergelijkbaar. Twee aanlegsteigers hebben niet een derge lijke ruimtelijke en landschappelijke impact als onderhavige opslagruimte. 08. rojw320 bouwaanvraag opslagruimte de Slûs 1000 Terherne/rowj/3

Historisch Centrum Leeuwarden

Boarnsterhim vergaderstukken gemeenteraad | 2004 | | pagina 30