Pagina 2
Argumenten:
1. 1 om gebruik te kunnen maken van de bevoegdheid tot het wegslepen van voertuigen
In artikel 170 e.v. van de WvW 1994 is het kader aangegeven waarbinnen het college van bur
gemeester en wethouders gebruik kan maken van zijn bevoegdheid tot het wegslepen van voer
tuigen. Hoewel de bevoegdheid tot wegslepen van voertuigen in de wet is neergelegd, kan het
college pas van deze bevoegdheid gebruik maken, wanneer de gemeenteraad in een verordening
nadere regels heeft gesteld over de toepassing van deze bevoegdheid, zoals in artikel 173 twee
de lid, van de WvW 1994 wordt voorgeschreven. Deze nadere regels dienen in ieder geval te be
treffen:
1de aanwijzing van plaatsen waar de weggesleepte voertuigen worden bewaard;
2. de berekening van de kosten verbonden aan de uitvoering van het wegslepen en bewaren
van voertuigen;
3. de aanwijzing van wegen en weggedeelten, waar op grond van artikel 170, eerste lid on
der c, van de WvW 1994 voertuigen mogen worden weggesleept.
In de huidige verordening staan enkele zaken op het gebied van bewaarplaatsen en tarieven voor
het wegslepen en bewaren van voertuigen welke niet meer van toepassing zijn, omdat Autobe
drijven Fennema niet meer voertuigen wegsleept. De huidige verordening heeft dan ook geen ju
ridische grondslag meer. Wil de gemeente gebruik kunnen maken haar bevoegdheid middels be
stuursdwang om voertuigen in voorkomende gevallen weg te (laten slepen en in bewaring te
(laten) stellen dan moeten de nieuwe bewaarplaatsen en tarieven voor wegslepen en bewaren
van voertuigen in een nieuwe verordening door de raad worden vastgesteld. Artikel 173 lid 2
WvW 1994 schrijft dit namelijk dwingend voor. Bij wijziging van de tarieven dient de verordening
ook aangepast te worden.
1.2. wegslepen is een bijzondere vorm van bestuursdwang
Op 1 januari 2002 is een wijziging van de Wegenverkeerswet 1994 en het bijbehorende nieuwe
Besluit wegslepen van voertuigen in werking getreden. De wijzigingen van de wegenverkeers-
wetgeving houden onder andere in dat het uitvoeren van de wegsleepregeling geen bevoegdheid
meer is van de burgemeester, maar van het gehele college van burgemeester en wethouders. Het
wegslepen van een voertuig moet worden gezien als een bijzondere vorm van bestuursdwang.
Daarom is gekozen voor dezelfde systematiek als de Awb (Algemene wet bestuursrecht).
Het wegslepen valt niet meer onder het strafrecht maar is overgeheveld naar het bestuursrecht,
namelijk het toepassen van bestuursdwang op grond van de gemeentewet. Tegen besluiten tot
het wegslepen van voertuigen staat op grond van de Awb bezwaar en vervolgens beroep open.
Dit betekent dat na het wegslepen de afdeling CBO van het wegslepen op de hoogte moet wor
den gebracht, zodat deze afdeling de verdere afhandeling volgens de procedure uit de Awb kan
uitvoeren. Dit houdt in dat de eigenaar een brief ontvangt waarin wordt gemeld dat zijn voertuig
is weggesleept, waar het zich nu bevindt, wat men kan doen om het voertuig terug te krijgen en
hoe men in beroep kan gaan.
1.2.1. Verhouding Wet-Mulder en bestuursdwang
Wanneer een voertuig fout geparkeerd staat en wegsleepwaardig is, zijn er in principe twee naast
elkaar bestaande manieren om hiertegen op te treden. Allereerst door politie en justitie op grond
van de Wet administratiefrechtelijke handhaving verkeersvoorschriften (Wet-Mulder) via het op
maken van een proces-verbaal. Daarnaast door het uitvoeren van bestuursdwang (lees: het laten
wegslepen en bewaren van dat voertuig) door het college van burgemeester en wethouders.
In de oude wegsleepregeling bestond er een onlosmakelijk verband tussen beide vormen van op
treden. Voordat tot het wegslepen van een voertuig kon worden overgegaan, moest altijd eerst
een proces-verbaal op grond van de Wet-Mulder worden opgemaakt. Indien het desbetreffende
proces-verbaal werd geseponeerd of wanneer vrijspraak of ontslag van rechtsvervolging door de
rechter volgde, dienden ook de kosten van het wegslepen en bewaren van het voertuig te wor
den terugbetaald.
08. wegsleepregeling raadsvoostel/jzlb/2