Pagina 2
Het bestemmingsplan Buitengebied biedt uitsluitend mogelijkheden voor de bouw van een opfok-
c.q. trainingshal, op locaties die op de plankaart zijn voorzien van agrarische bouwpercelen.
2. Bebouwing buiten de daarvoor bestemde bouwpercelen is in strijd met de in het bestem
mingsplan Buitengebied opgenomen landschappelijke uitgangspunten.
In de beschrijving in hoofdlijnen is in het bestemmingsplan Buitengebied aangegeven dat het beleid
voor het agrarische gebied gericht is op het ontwikkelen van het agrarische karakter van het gebied
en het handhaven en het versterken van het ruimtelijke beeld. Een van de kenmerken van het ruim
telijke beeld is de vorm en compactheid van het bouwperceel en in samenhang daarmee is ook de
situering van de gebouwen bepalend. In het bestemmingsplan Buitengebied is op grond van het bo
venstaande de feitelijke situatie van het buitengebied van de gemeente in bestemd.
Voor bestaande agrarische bedrijven is een bouwvlak opgenomen met een omvang van circa 1 hec
tare, waarbinnen de agrarische bebouwing zich dient te concentreren. Voor de jachthaven is even
eens een daarvoor passende bestemming opgenomen met bouwvlak. De bebouwing dient zich uit
sluitend tot de bestaande bebouwingslocaties te beperken en dient bij elkaar geconcentreerd te
worden. Begrensde bouwvlakken zijn in het bestemmingsplan Buitengebied opgenomen met het oog
op en het behoud van het open landschap, (agrarische) bebouwing buiten de bouwvlakken is uit
landschappelijk oogpunt niet gewenst.
3. Uit planologische en landschappelijk oogpunt is het beleid voor het buitengebied er op ge
richt nieuwe bedrijfsactiviteiten, buiten de bebouwingsvlakken, tegen te gaan.
Het doel van de aanvraag voor een opfok- c.q. trainingshal is het starten van nieuwe bedrijfsactivi
teiten naast de reeds bestaande jachthaven. Het planologische en landschappelijke beleid in het bui
tengebied van de gemeente Boarnsterhim is er juist op gericht nieuwe bedrijfsactiviteiten, buiten de
daarvoor gegeven mogelijkheden, tegen te gaan. Uit planologisch oog punt is er nadrukkelijk voor
gekozen dat uitsluitend daar waar de activiteiten van een agrarisch bedrijf worden beëindigd, nieu
we agrarische activiteiten of een wijziging naar andersoortige bedrijfsactiviteiten acceptabel kan
zijn, omdat deze locaties over het algemeen reeds voorzien zijn in een groter oppervlakte aan be-
drijfsbebouwing en tegen een voortzetting van (andersoortige) bedrijfsactiviteiten in de bestaande
panden veelal geen bezwaren zijn. Op het betreffende perceel is er geen sprake van een beëindiging
van een agrarisch bedrijf, sterker nog het perceel heeft de bestemming "jachthaven".
4. Een hal van deze omvang zal zich ten opzichte van de bestaande stelpboerderij en de omge
ving te nadrukkelijk manifesteren
De voorziene hal heeft een oppervlakte van 1625 m2 en een hoogte van 7,35 m2. De woonboer
rij heeft een oppervlakte van circa 900 m2. De te bouwen hal zal zich ten opzichte van de bestaan
de stelpboerderij en omgeving te nadrukkelijk manifesteren. Dit ondanks de door aanvrager aange
geven geplande aan te brengen beplanting en kleurstelling
5. Medewerking kan leiden tot ongewenste precedentwerking.
Indien medewerking zou worden verleend aan onderhavige bouwaanvraag zal dit tot ongewenste
precedentwerking kunnen leiden, namelijk meer bebouwingsmogelijkheden in het buitengebied.
Kanttekeningen:
Het buitengebied biedt elders voldoende mogelijkheden voor bedrijfsontplooiingen.
Het africhten, opleiden en trainen van (friese) paarden is een vorm van paardenhouderij dat aan te
merken is als niet-agrarische activiteit, maar wel landelijke. Hiervoor biedt het buitengebied vol
doende mogelijkheden, agrarische bedrijfsopstallen worden geregeld te koop aangeboden. Helaas
verliezen deze agrarische opstallen veelvuldig hun functie, om daarna uitsluiten een woonfunctie te
vervullen. Nu men een trainingshal voor paarden bij een perceel met een aangepaste functie als
jachthaven wil bouwen, lijkt het wel de omgekeerde wereld.
07. rojw404 Bouwplan I Buorren 1 Tersoal/rowj/2