Pagina 2 Daarnaast haalden bezwaarmakers aan dat de bouwvergunning ten onrechte was verleend mid dels artikel 15 van de Wet op de Ruimtelijke Ordening. Waar het bestemmingsplan binnen de be stemming jachthaven vaste ligplaatsen nadrukkelijk toelaat, staat het bestemmingsplan dit binnen de bestemming vaarweg niet toe. Hiermee valt feitelijk de grondslag voor de op 26 november 2002 verleende vrijstelling en bouwvergunning weg. Medewerking aan de bouwaanvraag is slechts mogelijk middels een vrijstellingsprocedure krach tens artikel 19, lid 1 van de Wet op de Ruimtelijke Ordening, waarbij de gemeenteraad beslis singsbevoegd is. Dit is schriftelijk aan aanvrager meegedeeld in de intrekkingbrief. Aanvrager heeft op 5 maart 2003 bezwaar aangetekend tegen het intrekken van de bouwver gunning. Op 22 april 2003 heeft aanvrager het bezwaar ingetrokken en verzocht de bouwaan vraag verder in behandeling te nemen. Op 11 november 2003 zijn door de gemeente tekeningen ontvangen waarop aanvrager de benodigde 34 parkeerplaatsen op eigen terrein heeft aangege- Op grond van artikel 46 van de Woningwet dient een aanvraag, waaraan niet zonder meer me dewerking kan worden verleend, tevens te worden beschouwd als een verzoek om vrijstelling van de bestemmingsplanvoorschriften. De gemeenteraad is in deze beslissingsbevoegd. Ter voor bereiding op de vrijstellingsprocedure heeft het college de bouwaanvraag op 13 november 2003 vrijgegeven voor inspraak. De bouwaanvraag heeft vanaf 3 december 2003 gedurende twee we ken ter inzage gelegen. Op 16 december 2003 is een inspraakbijeenkomst gehouden. Tijdens de inspraakbijeenkomst zijn drie schriftelijke reacties overhandigd. Een vierde inspraakre actie is per post ontvangen. Van de hoorzitting is een verslag opgemaakt welke bij de ter inzage liggende stukken is gevoegd. Argumenten: 1. De ingebrachte inspraakreacties geven aanleiding om aanvrager te verzoeken de bouw aanvraag aan te passen. Voor een inhoudelijke reactie verwijzen wij naar de reactie op de inspraakreacties welke a/s bijlage is bijgevoegd. De aanpassing betreft het inkorten van de drie meest oostelijk aangevraagde steigers. De lengte van deze steigers dient zodanig te worden ingekort dat de steigers niet buiten de (toekomstige eigendomsgrenzen liggen en de doorvaartbreedte ter plaatse 30 meter blijft. 2.1 Op basis van de ingebrachte zienswijzen dient de bouwaanvraag te worden aangepast zodat het bouwplan planologisch en ruimtelijk meer acceptabel is en de bevaarbaarheid beter ge waarborgd is. In de reactie op de inspraakreacties komt naar voren dat de bouwaanvraag gedeeltelijk dient te worden aangepast om de ruimtelijke en planologische bezwaren tegen het bouwplan weg te ne men. De aanpassing betreft de inkorting van de drie oostelijk gelegen steigers. 3.1 Tegen het bouwplan bestaan na aanpassing geen planologische dan wei ruimtelijke bezwaren. Het realiseren van 34 aanlegplaatsen is in strijd met het geldende bestemmingsplan. Echter de locatie sluit aan op een gebied welke gekenmerkt wordt door (water)recreatie. De steigers zijn de schakel tussen de schiphuizen enerzijds en het recreatiepark Yn 'e Lyte anderzijds. De realisering van de aanlegsteigers is een verbreding van het recreatieve (watersport)gebied. De ruimtelijke en landschappelijke impact is niet negatief. De steigers zijn ruimtelijk gezien ondergeschikt van aard, de bijkomende aspecten als aangemeerde boten en geparkeerde auto's doen geen onevenredige afbreuk aan de omgeving. 09. rojw409 inspraakreacties bouwaanvraag steigers Garde Jagerswei te Grou/rowj/2

Historisch Centrum Leeuwarden

Boarnsterhim vergaderstukken gemeenteraad | 2004 | | pagina 24