Uitwerking Uit de beschrijving van het artikel blijkt dat het college geen handeling mag verrichten, voordat, ingeval van ingrijpende gevolgen, de raad geraadpleegd is. Dit betekent dat het in eerste instantie het college is dat moet nagaan of er sprake is van een dergelijk voorgenomen besluit. Het kan daarop door de raad worden aangesproken. Het hebben van ingrijpende gevolgen hoeft niet alleen betrekking te hebben op financiële consequenties, maar kan ook politiek gevoelige situaties betreffen. Het volstaat daarom niet om een cijfermatige ondergrens aan te geven. Bij de uitwerking dient bedacht te worden dat handelingen van het college veelal voortvloeien uit door de raad vastgestelde plannen of kaders en vaak ook al financiëel zijn vertaald in de begroting. Dit laatste is met name ook het geval t.a.v. de bedrijfsvoering. Gedacht kan worden aan aanschaf van materiaal, tractie of soft- en hardware etc. De financiële verordening op grond van artikel 212 Gemeentewet bevat deels een uitwerking. Artikel 7, de leden 5 en 6 bepalen het volgende: 5. Het college informeert in ieder geval vooraf de raad en neemt pas een besluit, nadat de raad in de gelegenheid is gesteld zijn wensen en bedenkingen ter kennis van het college te brengen voorzover het betreft niet bij begroting vastgestelde afzonderlijke verplichtingen inzake: a. investeringen, met uitzondering van investeringen betrekking hebbend op de bedrijfsvoering; b. aankoop en verkoop van goederen en diensten groter dan 100.000,00; c. het verstrekken van leningen, waarborgen en garanties. 6. Het college informeert vooraf de raad en neemt pas een besluit nadat de raad in de gelegenheid is gesteld zijn wensen en bedenkingen ter kennis van het college te brengen indien het college nieuwe meerjarige verplichtingen aangaat waarvan de jaarlijkse lasten groter zijn dan 25.000,00. Het gaat hier kort gezegd om uitgaven die nog niet zijn gedekt door de begroting c.q. een wijziging daarvan. Er is een categorie van besluiten die grote financiële consequenties kan hebben en/of politiek gevoelig is. Dit zijn besluiten die betrekking hebben op grond. Dat dit politieke impact heeft blijkt uit het instellen van een commissie grondzaken. In de eerste vergadering van deze commissie heeft de uitwerking van artikel 169 lid 4 ruime aandacht gehad en is de wens uitgesproken daarover afspraken te maken. Besluiten die betrekking hebben op grond vallen niet onder het begrip investeringen en het begrip goederen en diensten, omdat het laatste geacht wordt betrekking te hebben op roerende zaken. In de lijn van het voorgaande hoeven privaatrechtelijke besluiten die betrekking hebben op grond, als bedoeld in artikel 169 lid 4 van de Gemeentewet, niet te worden voorgelegd aan de raad: a. als grond wordt aangekocht binnen een gebied waarvoor door de raad een exploitatie opzet is vastgesteld en de aankoop binnen de gestelde uitgangspunten plaatsvindt; b. als grond wordt aangekocht binnen een met de grondcommissie overeengekomen grondverwervingsplan, daaronder begrepen de richtlijnen waarvoor gronden aangekocht kunnen worden; c. als het betreft aan- en verkoop, ruiling, bezwaring en ingebruikgeving van grond voorzover dit noodzakelijk is voor een goede uitvoering van een werk; d. als grond wordt verkocht tegen vooraf voor uitgifte vastgestelde prijzen; e. ter uitvoering van door de raad aangegane verplichtingen

Historisch Centrum Leeuwarden

Boarnsterhim vergaderstukken gemeenteraad | 2005 | | pagina 27