Verlengde schooldag/buitenschoolse opvang Om kinderen sociaal competent te maken en om hun ontwikkelingskansen te vergroten is et belangrijk dat zij in contact komen met buitenschoolse voorzieningen. Dit betekent dat culturele instellingen als bv bibliotheek, de muziekschool, de stichting Kunstzinnige Vorming en Sportinstellingen naast de schoolse activiteiten ook ruimte bieden voor naschoolse activiteiten en betrokken moeten worden bij de invulling van de Brede School. Hiermee wordt niet alleen de schooldag aantrekkelijker maar biedt ook de mogelijkheid om aan te sluiten bij de doelstellingen van het vergroten van de deelname aan culturele en sportieve activiteiten zoals deze in het gemeentelijke cultuur- en sportbeleid staan beschreven. De vorm waarin uiteindelijk voor de Brede School gekozen wordt, hangt zeer nauw samen met waaraan in de wijk, het dorp, de buurt behoefte is. 4. Sturing. Verticale coördinatie en horizontale sturing De professionele uitvoerders moeten het dus in de praktijk allemaal doen. Zij moeten zorgen dat het netwerk van de brede school functioneert. Maar de uitvoerders worden aangestuurd door afdelingshoofden, directeuren en besturen. Het horizontale netwerk van de brede school bestaat dus uit verticaal georganiseerde instellingen. Ons is weinig literatuur bekend over de wijze waarop de sturing van de brede school in de praktijk vorm krijgt en welke knelpunten zich daarbij voordoen. Op voorhand lopen dergelijke netwerkconstructies echter het gevaar dat de verticale aansturing niet in overeenstemming is met de eisen die aan de horizontale samenwerking en coördinatie worden gesteld. Anders gezegd: de wil tot samenwerken op operationeel niveau kan ernstig belemmerd worden door de onwil op bestuurlijk niveau om de prioriteiten ook daadwerkelijk bij de samenwerking te leggen. Dit kan nog versterkt worden door afrekenmethoden die sectoraal gedrag stimuleren. De besturen van de instellingen opereren weer in een omgeving waarin de overheid het handelen van private partijen wil beïnvloeden. In de wijze waarop de overheid sturing geeft, doen zich botsende trends voor. Enerzijds wordt er de laatste jaren steeds meer nadruk gelegd op de noodzaak van integraal beleid, in het bijzonder de integrale aanpak van complexe maatschappelijke problemen. Gestreefd wordt naar een 'sluitende aanpak', waarmee wordt bedoeld dat mensen op al hun vragen en behoeften een antwoord kunnen krijgen en mensen niet tussen wal en schip vallen. Een hiermee verwante trend is die van vraagsturing en maatwerk. De effectiviteit van veel voorzieningen kan aanzienlijk worden versterkt door beter aan te sluiten bij de specifieke behoeften van de gebruikers in plaats van te volstaan met een min of meer gestandaardiseerd aanbod. Anderzijds zijn er trends die verkokering juist in de hand werken. Steeds vaker wordt bijvoorbeeld 'gestuurd op resultaten', waarbij verantwoording wordt gevraagd over de geleverde productie (goederen of diensten) en de bereikte effecten. Dat hoeft niet met integraal beleid in strijd te zijn. Immers, men zou ook de leden van een bestuursorgaan en samenwerkende instellingen collectief kunnen aanspreken op de effectiviteit van het beleid. Dat is echter niet de gewoonte en bovendien leidt de nadruk op het meten van resultaten in het algemeen tot het meten van enkelvoudige sectorale inspanningen en effecten. Dit effect wordt versterkt doordat het rijk voornamelijk sectoraal beleid voert en lagere overheden daardoor ook sectoraal aanspreekt en afrekent. -6- 6 09. Startnotitie de brede school raad 250105

Historisch Centrum Leeuwarden

Boarnsterhim vergaderstukken gemeenteraad | 2005 | | pagina 47