Pagina 2
sprake is van renovatie. Pas na de bouwstop is hun duidelijk geworden dat een bouwvergunning
vereist was. In de brief worden suggesties gedaan teneinde tot een compromis te kunnen komen.
Burgemeester en wethouders hebben bij brief van 11 mei 2004 aan bezwaarden bericht dat zij
aan uw raad zullen voorstellen geen vrijstelling als bedoeld in artikel 19, lid 1van de Wet op de
Ruimtelijke Ordening (WRO) te verlenen.
Het desbetreffende concept van een raadsvoorstel is tijdens de vergadering van uw raadscom
missie WWR op 25 mei 2004 aan de orde geweest. Bezwaarden hebben daarbij de gelegenheid
gehad - en ook benut - een toelichting op het bouwplan te geven.
D.d. 06 juli 2004 heeft uw raad overeenkomstig het raadsvoorstel besloten tot weigering van
vrijstelling als bedoeld in artikel 19, lid 1van de WRO van de bepalingen van het geldende be
stemmingsplan.
Dit besluit van uw raad is door Burgemeester en wethouders bij brief van 23 juli 2004 aan be
zwaarden bekend gemaakt. Tevens is daarbij mededeling gedaan van het besluit van Burgemees
ter en wethouders tot weigering van de gevraagde bouwvergunning.
Tegen beide genoemde besluiten hebben bezwaarden bij brief van 19 augustus 2004 een be
zwaarschrift ingediend.
Na de hoorzitting op 13 oktober 2004 hebben bezwaarden de Commissie bij brief van 20 oktober
2004 op de hoogte gesteld van de contacten met de gemeente na afloop van de zitting.
Argumenten:
De Commissie Bezwaarschriften heeft in haar advies van 5 januari 2005 geadviseerd het boven
staande bezwaarschrift ongegrond te verklaren. De Commissie komt tot dit advies middels toet
sing aan wet- en regelgeving en beoordeling van alle relevante feiten en omstandigheden. Het
advies van de Commissie is zorgvuldig tot stand gekomen en innerlijk consistent. Wij achten het
advies van de Commissie derhalve een juist advies en in deze doorslaggevend voor de te nemen
beslissing.
Kanttekeningen:
De Commissie beveelt in haar advies aan alsnog tot een aanvaardbare oplossing te komen. Het
college hecht eraan op deze plaats op te merken dat een aanvaardbare oplossing haars inziens
slechts kan bestaan uit het zodanig aanpassen van het bouwplan dat het plan past binnen het
nieuwe beleid van de gemeente, vastgelegd in het bestemmingsplan Buitengebied Boarnsterhim,
hetgeen in casu betekent dat het bouwplan met betrekking tot goothoogte, bouwhoogte en de
oppervlakte zodanig dient te worden aangepast dat het geen strijd meer oplevert met het be
stemmingsplan. Naar aanleiding van de suggestie van de voorzitter van de Commissie is de in
houd van die voorschriften nader toegelicht op 18 oktober 2004 in een gesprek tussen de afde
ling Ruimtelijke Ordening en de heer Bouwers. Vervolgens is bij brief van 23 december 2004 een
en ander nader toegelicht.
Er is overleg gevoerd met:
Afdeling Ruimtelijke Ordening
Financiën:
Niet van toepassing
11a. advies bezwaar It Wyldlân 1 /jzmg/2