Pagina 3 Aan het einde van deze fase liggen er vrij concrete plannen met hun financiële consequenties en beslisrijpe juridische" stukken. De plannen zijn dan opgesteld in nauw overleg met de gebruikers Dit is ook heel duidelijk een moment waarop besloten moet worden of we over gaan tot de vol gende fase of niet. Aan het einde van deze voorlopige ontwerpfase is het nog steeds mogelijk om het proces te stoppen of te minimaliseren. De gemeente hoeft op dit moment geen verplichtingen aan te gaan, die verder reiken dan de fase van het voorlopig ontwerp. De risico's zullen zich dan ook beperken tot maximaal de gemaakte (voorbereiding) kosten in deze fase. Een en ander zal in een overeenkomst met de Hardenberggroep moeten worden vastgelegd. Als aan het einde van de fase van het voorlopig ontwerp wordt besloten om verder te gaan dan gaan we over naar het opstellen van het definitieve ontwerp. In deze fase zullen normaal gespro ken geen grote veranderingen meer plaatsvinden in het ontwerp. De fase wordt vooral geken merkt door verdere detaillering van de plannen. Ook aan het einde van deze fase is een beslis moment, waarbij nog steeds de mogelijkheid bestaat de ontwikkeling geheel of gedeeltelijk stop te zetten. Wel zijn er dan opnieuw kosten gemaakt en zal ook de maatschappelijke druk, althans bij draagvlak, om door te gaan groot zijn. Na de fase van het definitieve ontwerp volgt nog de besteksfase. In deze fase wordt het defini tieve plan vertaald in een bestek, zodat een aanbesteding kan plaatsvinden. Planologisch traject Op basis van het nu voorliggende schetsontwerp kan de planologische procedure worden opge start. Naast het officiële traject van overleg en inspraak zal ook informeel overleg met omwonen den over de plannen plaatsvinden. Argumenten: 1. Zie bovenstaande inleiding. 2.1 Het planologische traject zal waarschijnlijk leidend zijn in de tijd. Het is daarom gewenst dit traject zo snel als mogelijk in te zetten. 2.2 De keuze voor een vrijstellingsprocedure in plaats van een bestemmingsplan is gelegen in de gewenste voortvarende aanpak. De ontwikkeling van de brede scholen is in de vigerende bestemmingsplannen niet toegestaan Een bestemmingsplanprocedure neemt aanzienlijk meer tijd dan een zelfstandige projectprocedure ex artikel 19, lid 1 van de Wet op de Ruimtelijke Ordening. 2.3.1 Op grond van artikel 19, lid 1 WRO zullen twee zelfstandige projectprocedures worden doorlopen voor de ontwikkeling en het bouwen van de brede schoten. Omdat de geldende bestemmingsplannen (nagenoeg) ouder zijn dan 10 jaar, dient een voorberei- dingsbesluit te worden genomen. Het geldende bestemmingsplan ter plaatse van de brede school in Akkrum, Bestemmingsplan Buitengebied voormalige gemeente Utingeradeel" welke is vast gesteld op 29 maart 1976 en goedgekeurd op 1 februari 1979, is ruimschoots ouder dan 10 jaar het bestemmingsplan ter plaatse van de brede school te Grou,"bestemmingsplan Grou-Meinga 2" is vastgesteld op 3 september 1996 en goedgekeurd op 7 februari 1997. 2 3.2 De bevoegdheid van de vrijstellingsprocedure is hiermee gedelegeerd aan het college Met het nemen van een voorbereidingsbesluit en het in principe medewerking verlenen aan het p an middels een vrijstellingsprocedure krachtens artikel 19, lid 1 WRO is de bevoegdheid voor de planologische procedure gedelegeerd aan het college. De basis van delegatie is gelegen in het raadsbesluit van 19 december 2000 welke is toegevoegd aan het delegatiebesluit van 14 de cember 2004 en is bekendgemaakt op 15 april 2005. Delegatie komt ten goede aan een snelle besluitvorming. 04. haalbaarheidsonderzoek brede scholen (robp0O1)/bp/3

Historisch Centrum Leeuwarden

Boarnsterhim vergaderstukken gemeenteraad | 2006 | | pagina 4