Pagina 7
van het ministerie van OCenW. Belangrijk en verplicht onderdeel hierin is het bestuursverslag. De
hieraan gesteld eisen zijn beschreven onder de toelichting bij artikel 5.
Artikel 7
De relatie tussen gemeente en bestuurscommissie voor wat de verzekeringen betreft spitst zich
toe op 2 soorten verzekeringen. In eerste instantie betreft dit de gebouwen verzekering van de
schoolgebouwen. In zijn algemeenheid is de gemeente ten aanzien van schoolgebouwen (open
baar en bijzonder) risicodragend en kan hiervoor een verzekering afsluiten. De schade aan de ge
bouwen en de inventaris worden volgens bepaalde regels vergoed.
In dit opzicht wijzigt er dus niets en dit maakt derhalve geen verschil met de overige schoolbestu
ren. Het andere onderdeel betreft de verplichte WA-verzekering van het onderwijzend personeel
voor de aansprakelijkheid ten opzichte van derden. Het schoolbestuur is verplicht hiervoor een
WA-verzekering af te sluiten. Afgesproken is dat de bestuurscommissie zich conformeert aan de
gemeentelijke polis en dat het onderwijzend personeel hier onder blijft vallen. Als bijdrage in de
kosten wordt de door de scholen ontvangen rijksvergoeding voor WA-verzekering in het geheel
afgedragen aan de gemeente. Het eigen risico per gebeurtenis blijft voor rekening van de ge
meente Boarnsterhim.
Artikel 8
De in dit artikel opgenomen gemeentelijke financiële bijdrage per leerling is gebaseerd op het on
afhankelijk uitgevoerde onderzoek naar de inrichting van bovenschoolse managementbureaus in
het primair onderwijs. Dit onderzoek is in opdracht van Vos/abb door ITS van de Radbout Univer
siteit Nijmegen in 2005 uitgevoerd en in 2006 gerapporteerd. Op basis van deze rapportage is
het bedrag per leerling voor kosten in het kader van ABB vastgesteld op 200 voor het jaar
2006 en is de genormeerde rijksvergoeding bepaald op
155 per leerling. Het verschil tussen beide bedragen ad 45 betreft de maximale gemeentelijke
financiële bijdrage per leerling.
Voor 2006, 2007 en 2008 is een overgangsregeling vastgesteld omdat de werkelijke kosten voor
ABB hoger worden geschat dan 200 per leerling. De bestuurscommissie krijgt op deze wijze
voldoende ruimte om de kosten voor ABB te optimaliseren. De gemeentelijke financiële bijdrage
per leerling wordt jaarlijks achteraf definitief vastgesteld op basis van een onderzoek door de ac
countant op de rechtmatige besteding van de genormeerde rijksvergoeding en de bijdrage van de
gemeente in het kader van ABB. Één en ander in overeenstemming met Lid 2 en 4 van dit artikel.
De resultaten worden als een apart onderdeel opgenomen in de accountantsverklaring bij de jaar
rekening die ten behoeve van de gemeente wordt opgesteld.
De in Lid 2 aangegeven gelimiteerde componenten voor de kosten van ABB zijn;
- Personele kosten
o Salariskosten directeur voor ten hoogste een Wtf van 0,5000
o Salariskosten beleidsmedewerk(st)er financiën
- Personele kosten (vervolg)
o Salariskosten beleidsmedewerk(st)er personeelszaken
o Salariskosten beleidsmedewerk(st)er arbo
o Salariskosten beleidsmedewrk(st)er huisvesting
o Salariskosten management assistent
- Uitbesteding
o Personeel- en salarisadministratie
o Financiële admininstratie
o Onderhoudbeheer
3 10 Bijlage raadsvoorstel uitwerkirigsovk bobob def/szmm/7