Pagina 9 Artikel 9 In 2005 is per school een Meerjaren Onderhoud Plan opgesteld. Op basis van deze plannen zijn de m^erjaarlijkse onderhoudskosten onafhankelijk per jaar vastgesteld en gerelateerd aan de on afhankelijke vastgestelde rijksvergoeding voor het meerjaren onderhoud. Op basis hiervan is de gemeentelijke financiële bijdrage berekend. Dit heeft geresulteerd in navolgende opstelling van de voorziening groot onderhoud; Saldo Meerjaarlijks- Rijks- Vergoeding Saldo Jaar 1-jan onderhoud vergoeding gemeente 31-dec 2006 32.695 182.937 70.875 165.000 85.633 2007 85.633 5.092 73.001 15.000 168.542 2008 168.542 26.216 75.191 15.000 232.518 2009 232.518 58.455 77.447 15.000 266.510 2010 266.510 105.769 46.118 15.000 221.859 2011 221.859 18.281 47.501 15.000 266.079 2012 266.079 97.783 48.926 15.000 232.222 2013 232.222 39.095 40.592 15.000 248.719 2014 248.719 66.998 41.810 15.000 238.531 2015 238.531 202.294 43.064 15.000 94.301 Bij het samenstellen van het overzicht is aangenomen dat voor een viertal scholen vanaf 2010 een nieuwbouw situatie geldt, waarbij de kosten voor onderhoud en de onderscheidenlijke rijks vergoedingen worden overgedragen aan een beheersstichting. Vanaf 2010 zijn deze componen ten dan ook buiten de berekening gelaten. Een zelfde situatie geldt voor De Twamêster maar dan vanaf het jaar 2013. Wijzigingen in de aannames zullen tot een vernieuwde berekening van de bedragen leiden. De gemeentelijke financiële bijdrage wordt dan opnieuw en in overleg tussen de partijen vastgesteld. In 2015 zal opnieuw worden vastgesteld of een bijdrage van de Gemeente Boarnsterhim met betrekking tot het meerjaren onderhoud over de periode 2016 tot en met 2025 noodzakelijk is. Voor de vaststelling hiervan worden de kosten van het dan actuele meerjaren on derhoudsplan in relatie gebracht tot de verwachte reserve meerjaren onderhoud per 31 december 2015 en de dan geldende rijksvergoeding. Het toekennen en de hoogte van de gemeentelijke bij drage is afhankelijk van de reserveringscapaciteit over het tijdvak 2016 tot en met 2025. De gemeentelijke financiële bijdrage is afhankelijk van de voortgang in de uitvoering van het meerjaren onderhoud. Het vaststellen van de bijdrage vindt jaarlijks achteraf plaats op basis van een gedetailleerd overzicht van het uitgevoerde meerjaren onderhoud en de hieraan verbonden werkelijke kosten. De meerjaarlijkse onderhoudswerkzaamheden uit de Meerjaren Onderhoud Plannen van BCN zijn hierbij bepalend. De gemeentelijke financiële bijdrage is overschrijdingsgevoelig en leidt tot een doorbetalingsver plichting aan het bijzonder onderwijs. De totaal hieraan verbonden kosten worden betaald uit de gereserveerde gelden ten behoeve van de Bestuurscommissie Openbaar Basisonderwijs Boarnsterhim. Artikel 10 Artikel 10 lid 2 geeft aan beide partijen de mogelijkheid om tussentijds een evaluatie van de uit werkingsovereenkomst op onderdelen voor te stellen. Een voorstel tot evaluatie wordt altijd met redenen omkleed en is onderbouwd met feiten. In navolging van lid 2 is bij de vaststelling van de uitwerkingsovereenkomst vastgelegd dat naar aanleiding van de meerjarenbegroting, voor 1 juli 2007 een evaluatie plaatsvindt met betrekking 3 10 Bijlage raadsvoorstel ultwerkingsovk bobob def/szmm/9

Historisch Centrum Leeuwarden

Boarnsterhim vergaderstukken gemeenteraad | 2007 | | pagina 60