Aangezien niet tijdig een ontwerpbestemmingsplan ter inzage is gelegd houdt zonder enige twijfel de werkingsduur van het voorbereidingsbesluit van 13 september 2005 een jaar na de inwerkingtreding op 21 september 2005 op. Om precies te zijn: de periode van een jaar begint vanaf de dag na inwerkingtreding en eindigt dus op 21 september 2006. Op 22 september 2006 is van rechtswege - zo valt af te leiden uit artikel 50, leden 2 en 8 - de aanhouding vervallen. Vanaf die dag heeft het college de plicht op de bouwaanvrasg te beslissen overeenkomstig het bepaalde in artikel 46. Dit houdt in dat bij niet tijdig beslissen de bouwvergunning van rechtswege is verleend. Wil het college dit voorkomen, dan zal op korte termijn de volledige toetsng van het bouwplan moeten plaats hebben en - tenzij zich alsnog een weigeringsgrond aandient - de vergunning verleend moeten worden. 2. Bezwaar tegen voorbereidingsbesluit Ter vermijding van mogelijke misverstanden benadrukt de Commissie dat het bezwaar alleen betrekking heeft op het tweede voorbereidingsbesluit voor het dorp Terherne, t.w. het besluit van 11 juli 2006. Zij constateert allereerst dat de wet zich er niet tegen verzet herhaald een voorbereidingsbesluit voor hetzelfde gebied te nemen. De wet verzet zich er ook niet tegen dat een tweede voorbereidingsbesluit - zoals in dit geval - genomen wordt binnen de geldigheidsduur van het voorgaande voorbereidingsbesluit. De Commisse stelt vervolgens vast dat een voorbereidingsbesluit als bedoeld in artikel 21 van de WRO niet meer inhoudt dan de ampele verklaring dat voor het betreffende gebied een bestemmingsplan wordt voorbereid. In essentie is de bedoeling van een voorbereidingsbesluit om te voorkomen dat in het betreffende gebied ongewenste ontwikkelingen plaatshebben. Zoals uit de overwegingen van de Commissie met betrekking tot het aanhoudingsbesluit (zie onder 1) reeds naar voren is gekomen, heeft een voorbereidingsbesluit slechts directe gevolgen voor nadien ingediende bouwaanvragen, die op basis van artikel 44 van de Ww niet geweigerd kunnen worden (aanhoudingsplicht), of soms voor bouwplannen, die in strijd met het geldende bestemmingsplan zijn (mogelijkheid vrijstelling te verlenen). Het voorbereidingsbesluit is naar zijn aard echter een louter formeel besluit zonder nadere inhoud (althans in dit geval; een aanlegvergunningenstelsel is niet opgenomen). De Raad is bevoegd voorbereidingsbesluiten te nemen. Gelet op de bewoordingen van artikel 21, lid 1, van de WRO heeft de Raad daarbij een ruime mate van beleidsvrijheid. Deze vrijheid is niet aan wettelijke beperkingen onderworpen en kent haar begrenzingen alleen in de algemene beginselen van behoorlijk bestuur. In dit verband moeten ook de belangen van bezwaarmaker in de overwegingen betrokken worden (zorgvuldigheidsbeginsel en het verbod van willekeur). Het belang van bezwaarmaker bestaat er uit dat er voor hem als gevolg van het voorbereidingsbesluit procedurele belemmeringen kunnen ontstaan voor een spoedige beslissing op een eventueel nieuw in te dienen bouwaanvraag voor een aangepast bouwplan. De Commissie merkt op dat de kans hierop als heel gering beschouwd moet worden. Bezwaarmaker heeft immers reeds een concrete bouwaanvraag ingediend. Niet is gebleken dat bezwaarmaker dit bouwplan op wezenlijke punten zou willen aanpassen. In verband hiermede kan aan zijn belang in het kader van het voorbereidingsbesluit van 11 juli 2006 geen al te groot gewicht toegekend worden. Daartegenover staat het algemeen belang dat bestaat uit het voorkomen van ongewenste ontwikkelingen in het dorp Terherne. Met dit oogmerk heeft de Raad immers het voorbereidingsbesluit genomen. Pagina 5 Advies Oostra september 2006

Historisch Centrum Leeuwarden

Boarnsterhim vergaderstukken gemeenteraad | 2007 | | pagina 97