Pagina 4 Dat de door appellante sub 2 gebruikte apparatuur aan die normen voldoet, is onweersproken. Bovendien heeft appellante sub 2 een overeenkomst gesloten met de eigenaar van het perceel waarop de zendmast wordt opgericht, waarin is bepaald dat het appellante sub 2 niet is toegestaan in de mast een UMTS zend- of ontvangstinstallatie te installeren zonder goedkeuring van de eigenaar en dat de eigenaar slechts zijn medewerking mag verlenen als van overheidswege voldoende is aangetoond dat de straling van de UMTS zend- of ontvangstinstallatie niet schadelijk is voor de gezondheid. Het betoog faalt dan ook. De RvS heeft 6 september 2006 een soortgelijke uitspraak gedaan en tevens aangegeven dat op basis van het COFAM-onderzoek van TNO uit 2003 en het daarop gebaseerde advies van de Gezondheidsraad van 28 juni 2004 er geen redenen zijn om aan te nemen dat er sprake is van gezondheidsrisico's door elektromagnetische velden van UMTS. De uitspraak heeft betrekking op een besluit van de gemeente Raalte van 7 december 2004 om een bouwvergunning te verlenen voor een antenne-installatie voor mobiele telefonie. De betreffende uitspraken zijn als bijlage 4 bij dit voorstel gevoegd. Overleg met de operators Op 29 november 2006 is er een overleg geweest tussen de gemeente en de mobiele netwerk operators. Doel van dit overleg was het bespreken van het plaatsingsplan en het aftasten van de mogelijkheden om bij plaatsing van antennes rekening te houden met gevoelens van bepaalde delen van de bevolking. De operators hebben ondubbelzinnig laten weten dat zij niet toe kunnen geven aan het verzoek om bij plaatsing van masten rekening te houden met de angst van mensen voor nadelige effecten op de gezondheid, omdat zij hiermee expliciet zouden toegeven dat er gezondheidsrisico's zouden zijn bij gebruik van antennes voor mobiele telefonie. Ook zou er dan een precedent geschapen worden. Daarnaast gaven zij aan dat plaatsing van antennes in of nabij woongebieden noodzakelijk is om een goede dekking te krijgen. Verder merkten zij op dat het niet toestaan van vergunningplichtige antennemasten (en daarmee gepaard gaande bezwaar- en beroepsprocedures) er toe zal kunnen leiden dat er een wildgroei aan vergunningsvrije masten zal plaatsvinden. Conclusie Alles overziend zijn er geen rechtsgronden om de plaatsing van UMTS-antennes te weigeren op grond van vrees voor gezondheidsrisico's. Het is duidelijk dat u in deze geen beleidsvrijheid heeft. Dit betekent ook dat gelet op artikel 2 lid 3.c van de gemeentelijke Inspraakverordening er geen inspraak mogelijk is tegen dit besluit om voortaan medewerking te verlenen aan het plaatsen van UMTS-antennes. In bijlage 1 is uitgebreide achtergrondinformatie over UMTS te vinden. Argumenten: 1.1 Uit het Zwitsers onderzoek is niet gebleken dat UMTS-velden effecten hebben op welbevinden of cognitieve functies. 1.2 Het weigeren van UMTS uit vrees voor gezondheidsrisico's is op grond van recente jurisprudentie niet toegestaan als er voor het overige aan de geldende blootstellingslimieten wordt voldaan. 2 en 3 Gezien de zendvermogens en de daarbij behorende veldsterktes van de UMTS-antennes die in de masten zullen worden geplaatst zal ruimschoots aan de geldende blootstellingslimieten worden voldaan. voorstel BW herziening beleid UMTS 2/4

Historisch Centrum Leeuwarden

Boarnsterhim vergaderstukken gemeenteraad | 2007 | | pagina 25