Pagina 2 2. Het college beoordeelt tenminste eens in de drie jaren de doeltreffendheid en doelmatigheid van de informatieverstrekking aan de inburgeringsplichtigen en rapporteert daarover aan de raad. HOOFDSTUK 2. DOELGROEPEN EN SAMENSTELLING VAN DE INBURGERINGSVOORZIENING. Aanwijzen van de doelgroepen. Artikel 3. Het college wijst de groepen inburgeringsplichtigen aan waaraan hij bij voorrang een inburge- ringsvoorziening kan aanbieden namelijk: Personen met een WWB- uitkering; Oudkomers die geen zelf geen inkomsten uit werk of uitkering hebben maar wel een opvoe dingstaak hebben De samenstelling van de inburgeringsvoorziening. Artikel 4. 1Het college stemt de inburgeringsvoorziening, met uitzondering van de inburgeringsvoorzie ning aan geestelijke bedienaren, af op het startniveau en de vaardigheden, de persoonlijke omstandigheden en de maatschappelijke positie van de inburgeringsplichtige. 2. Als de inburgeringsplichtige een voorziening gericht op arbeidsinschakeling wordt aangebo den, draagt het college er zorg voor dat de inburgeringsvoorziening op de voorziening gericht op arbeidsinschakeling wordt afgestemd. De inning van de eigen bijdrage. Artikel 5. 1De eigen bijdrage, bedoeld in artikel 23, tweede lid, van de wet wordt in ten hoogste twaalf termijnen betaald. 2. Het college legt in de beschikking tot toekenning van een inburgeringsvoorziening de termij nen van betaling vast. Als de eigen bijdrage wordt verrekent met de algemene bijstand, wordt dat in de beschikking vastgelegd. 4 03 bijlage Wet inburgering gemeente Boarneterhim 2007/iajb/2

Historisch Centrum Leeuwarden

Boarnsterhim vergaderstukken gemeenteraad | 2007 | | pagina 50