Pagina 2
De ruimtelijke onderbouwing in de vorm van een ontwerpbestemmingsplan fungeert als goede
ruimtelijke onderbouwing genoemd in artikel 19, lid 1 WRO. In dit document worden alle voor het
plan van belang zijnde onderwerpen behandeld, waaronder archeologie, ecologie, milieu, bodem,
stedenbouwkundige uitgangspunten, bebouwingsvoorschriften en dergelijke. De beeldkwaliteits-
hlTonT onderdeel geweest van de stukken behorende bij de vrijstellingsverzoeken en
hebben ter inzage gelegen voor de vrijstellingsprocedures. De vrijstellingen zijn allemaal verleend.
De bevoegdheid voor het vaststellen van welstandcriteria is, ingevolge artikel 12a van de Wo
ningwet, aan de gemeenteraad voorbehouden. Het college is bevoegd om het beeldkwaliteitsplan
vrij te geven voor inspraak. Een termijn van zes weken is hiervoor behoorlijk geacht. De beeld-
kwaliteitsplannen hebben vanaf 5 juli 2006 gedurende zes weken voor een ieder ter inzage gele
gen. Tijdens deze periode is een inspraakreactie ingediend op het beeldkwaliteitsplan 'Bouw van
30 woningen te Reduzum In het collegevoorstel is onze reactie op de inspraakreacties weerge-
geven,
De beeldkwaliteitsplannen 'Bouw van 30 woningen te Reduzum', en '20 woningen westzijde
H«nrrn«n ,u,t de werkgroep (de gemeente, bureau BugelHajema, de Friese Grei-
n en.?laatselljk b?langL8n °pmerkingen uit de dorPen ten opzichte van het concept ge-
Ii.nohi0H%WIJZ,r9 T betrekking tot 'Bouw van 30 woningen te Reduzum' betreft het voor
deelgebied 2 en 4 niet meer toestaan van een kap bij aan- en uitbouwen van het hoofdgebouw
Nu is voor aan- en uitbouwen en bijgebouwen enkel een bouwlaag, plat afgedekt mogelijk De
aanpassing was nodig omdat het ontwerp beeldkwaliteitsplan afweek van wat overeen gekomen
was in de werkgroep. De achterliggende redenen zoals die zijn besproken in de werkgroep zijn
onderstaand weergegeven. De betreffende woningen dienen gebouwd te worden met de kap
evenwijdig aan de straat. Bij aangebouwde bijgebouwen betekent dit dat de kap eveneens even-
^!al9r fflTp Str!3t Z0U k°T a,ternatïef is niet Praktisch en ruimtelijk vreemd). Het be
zwaar tegen een kap op een bijgebouw, evenwijdig aan de weg is dat de volle hoogte vanaf de
1ml9M!itnrf°V6rf breedte van het bijgebouw wordt gerealiseerd. Bij een bijgebouw, dat tot op
1 imtPnH«li fenS gebouwd mag en zal worden ,eidt dat tot een beeld waarin de tussen-
ïb^nning PhvacW.Jnen h°°9 9eb°UW Va" de buren dichtbii da arfscheiding
tVftn°nn^I?tebied 3™0rden de w°nin9en nu in een maximale eenheid van 2 woningen verschoven
ten opzichte van elkaar gesitueerd. In de versie welke voor inspraak ter inzage heeft gelegen wer
den de woningen nog in clusters geschakeerd ten opzichte van elkaar gesitueerd. Ook is de om-
aa h'pftff9 T °PZ ta Van de verhoudingen gewijzigd. In de versie welke voor inspraak ter inza-
^taiïan 9®sPr°ken over herkenbaarheid van de individuele woning en in de vast te
men bestaat6 °P9en°men 1 de beb°uwingswand uit verschillende samengestelde hoofdvor-
De wijziging met betrekking tot '20 woningen westzijde Raerd' betreft het mogelijk maken van
een dwarskap op de garages voor de kleinste kavels. Ter toelichting het volgende. Bij toetsing
mn Kif b0^aanvragen op h* beeldkwaliteitsplan komt bij Raerd het volgende probleem naar vo
ren b. de kleinste kavels en de 2 onder een kap woningen. Door de opeenstapeling van de voor
st™ RuH,mtahjka onderbouwing en het BKP is net mogelijk om in de kleinere woningen 2
slaapkamers op de bovenverdieping te realiseren. De toekomstige bewoners zoeken een oplos
sing van de krappe woonruimte door een slaapkamer onder het dak in het bijgebouw te realise
ren. Dit is niet mogelijk vanwege de kapconstructie en de breedte van de garage. Oplossing kan
gevonden worden door een dwarskap op het bijgebouw toe te laten en tevens de mogelijkheid te
bieden om het bijgebouw op de erfgrens toe te laten zodat voldoende breedte kan worden ge-
4 03 Raadsvoorstel vaststelling beeldkwaliteitsplannen/romk/2