sïä Är™1'nrs-99/7 en 99/29 nabw Artikel 4 In de gehuwdennorm is reeds rekening gehouden met het feit dat beide echtgenoten de kosten van hun huishouden volledig .kunnen delen met elkaar. Indien in de woning nog een ander zijn hoofdverblijf heeft, kunnen de algemeen noodzakelijke kosten van het bestaan nog verder gedeeld worden! Daarbij is de mate waarin de kosten ook daadwerkelijk gedeeld worden niet van belang Dat is een verantwoordelijkheid van belanghebbenden zelf Gekozen is voor een verlaging van 10 proceYit'Van de gehuwdennorm, ongeacht het aantal anderen dat in de woning zijn hoofdverblijf heeft. Evenals bij -alleenstaanden wordt Vanaf de vierde persoon die in de woning zijn hoofdverblijf heeft geen noemenswaardige vermindering van de algemeen noodzakelijke kosten van het bestaan aanwezig geacht. In het tweede lid wordt geregeld dat kinderen die niet Inteer) in de norm begrepen zijn, maar die tevens in omstandigheden verkeren waardoor het niet aannemelijk is dat ZI, kunnen bedragen ,n de kosten van het huishouden, niet meetellen als personen d,e in de woning hun hoofdverblijf hebben. Daarbij is nadrukkelijk overwogen dat ,n de Wet studiefinanciering 2000 en de Wet tegemoetkoming onderwijsbijdrage en schoolkosten aan thuiswonende studenten reeds een lager bedrag wordt verstrekt. Aangezien de in het tweede lid bedoelde kinderen niet in de bi,s and begrepen z„n, ,s het aan de ouders om zodanige inlichtingen te verstrekken, dat kan worden vastgesteld of de onderdelen 1,2 of 3 van artikel 3 lid 4 van toepassing zijn. "u Artikel 5 Artikel 27 WWB geeft het college de mogelijkheid de norm of de toeslag te ZITT Tre be'f9hebbende 'a9ere algemeen noodzakelijke kosten van het estaan heeft ten gevolge van zijn woonsituatie. Artikel 27 WWB is aanvullend bedoeld pp de artikelen 25 en 26 WWB. Blijkens de toelichting op 27 WWB is de verruiming bedoeld om ook ingeval er helemaal geen won.ng wordt bewoond, een verlaging te kunnen te kunnen toepassen. h.|dJnnhrtiKkh iSHeen ^139''"9. °Pgenomen voor de situatie dat aan de woning voor l rh b h 9r W°°"kosten ziJ'n verbonden. Het wordt nodeloos ingewikkeld geacht om hier ook nog onderscheid te maken naar de mate waarin woonkosten ontbreken. Indien een belanghebbende uitzonderlijk lage woonkosten heeft, kan dat ui eraard wel aanleiding zijn om met toepassing van artikel 18 lid 1 WWB de bijstand lager vast te stellen. In de verordening wordt overigens niet het begrip woonkosten gehanteerd, maar 'kosten van huur of hypotheeklasten' Daarmee wordt duidelijk, dat het hebben van kosten voor water, gas, licht en dergelijke voor belanghebbende met afdoende is om een verlaging van krachtens öl artikel te voorkomen Dit verdraagt zich ook met de invulling die de Centrale Raad van Beroep heeft gegeven aan de invulling van het begrip woonkosten in de zin van 10

Historisch Centrum Leeuwarden

Boarnsterhim vergaderstukken gemeenteraad | 2007 | | pagina 143