BOARNSTERHIM
gemeente
BESLUITVORMEND RAADSVOORSTEL
Status
besluitvormend
Raadsvergadering
11 september 2007
Agendapunt
4.8 (A-stuk)
Eerdere behandeling
28 augustus 2007
Portefeuillehouder
wethouder mevrouw M.E. Minkes
Behandelend ambtenaar
mevrouw A.M. den Herder, toestel 232
Onderwerp:
Bouwaanvraag voor het legaliseren van het plaatsen van een tuinhuisje op het perceel Djerreblom
17 te Grou, kadastraal bekend GROOO E 428.
Voorstel:
Verleen geen medewerking middels een vrijstellingsprocedure op basis van artikel 19 lid 1 van de
Wet op de Ruimtelijke Ordening aan het bouwplan voor het legaliseren van het plaatsen van een
tuinhuisje op het perceel Djerreblom 17 te Grou.
Inleiding:
Op 1 februari 2007 heeft het college een bouwaanvraag ontvangen voor het legaliseren van het
plaatsen van een tuinhuisje op het perceel Djerreblom 17 te Grou, kadastraal bekend GROOO E
428.
Het betreffende perceel is gelegen in het bestemmingsplan "de Burd C1", vastgesteld 15-2-1994
en goedgekeurd 17-6-1994. Er is een herziening ex artikel 30 WRO hiervan vastgesteld op 14-2-
1995 en goedgekeurd 2-6-1995. Het perceel heeft de bestemming "recreatieve doeleinden".
Binnen deze bestemming is 30 m2 bijgebouwen toegestaan. Na realisatie van het tuinhuisje komt
deze oppervlakte op 38,86 m2. Er is op het perceel een bestaande garage aanwezig van 32 m2.
Hiervoor is vergunning verleend middels binnenplanse vrijstelling (10% regeling).
Medewerking aan het bouwplan voor het tuinhuisje is slechts mogelijk met toepassing van een
vrijstellingsprocedure op grond van artikel 1 9 lid 1 van de Wet op de Ruimtelijke Ordening (19 lid
3 is niet toepasbaar bij recreatiewoningen). De gemeenteraad is in deze procedure beslissingsbe
voegd.
Argumenten:
7.1 Het bestemmingsplan biedt voldoende mogelijkheden
Binnen de bestemming "recreatieve doeleinden" is 30 m2 bijgebouwen toegestaan. In het plange
bied is het niet wenselijk meer oppervlakte aan- uit- en bijgebouwen mogelijk te maken. Het be
stemmingsplan biedt voor de recreatieve functie voldoende mogelijkheden, namelijk 1 20 m2 voor
hoofdgebouwen en 30 m2 voor aan- uit- en bijgebouwen. Meer oppervlakte en opslagruimte zou
bovendien permanente bewoning in de hand werken.