bedoeld om de schoolverlater gedurende het eerste halfjaar niet in een betere financiële positie te
brengen als toen hij nog aangewezen was op studiefinanciering of een tegemoetkoming krach
tens de Wet tegemoetkoming onderwijsbijdrage en schoolkosten".
Orize beleidslijn is hierin niet veranderd. Ook de toelichting van de anti-cumulatie bepaling geeft
duidelijk aan dat de verordening zo uitgelegd moet worden dat deze bepaling er is om meerdere
verlagingen en daarmee een niet-adequate bijstandsverlening te voorkomen:
"De verschillende verlagingen kunnen eik afzonderlijk a/s redelijk in betreffende omstandigheden
worden beschouwd. Zonder dit artikel zou dat echter kunnen betekenen, dat -met name in situa
ties waarin de schoolverlatersverlaging in combinatie met een van de andere verlagingsgronden
aan de orde is- het college de bijstand vanwege deze samenloop dermate laag zou moeten vast
stellen, dat er feitelijk geen sprake meer zou zijn van adequate bijstandsverlening".
Toepassing van het bedrag is in overeenstemming met de bepaling van artikel 6 en de algehele
strekking van de verordening. Er is ook geen sprake van niet adequate bijstandverlening. Voor
alle duidelijkheid en zorgvuldigheid is het voorstel om artikel 8 op dit punt expliciet aan te passen
en te verduidelijken.
De oude tekst van artikel 8 is:
De toepassing van de artikelen 3 tot en met 7 geschiedt zodanig, dat de toepasselijke bijstands
norm voor belanghebbende tenminste bedraagt:
a. 35 procent van de gehuwdennorm voor een alleenstaande,
b. 55 procent van de gehuwdennorm voor een alleenstaande ouder,
c. 65 procent van de gehuwdennorm voor gehuwden.
De gewijzigde tekst van artikel 8 is:
De toepassing van de artikelen 3, 4, 5 en 7 geschiedt zodanig, dat de toepasselijke bijstands
norm voor belanghebbende tenminste bedraagt:
a. 35 procent van de gehuwdennorm voor een alleenstaande,
b. 55 procent van de gehuwdennorm voor een alleenstaande ouder,
c. 65 procent van de gehuwdennorm voor gehuwden.
Kanttekeningen:
Niet van toepassing
Financiën
De financiering van de WWB is voor elke gemeente opgebouwd uit het inkomensdeel en het
werkdeel. Uit het inkomensdeel worden alle uitkeringen betaald en de langdurigheidtoeslagen. Uit
het werkdeel worden alle reïntegratie activiteiten bekostigd (Work First, scholing, sociale
activering, detacheringen, loonkosten en bemiddelingen naar reguliere arbeid). Onze gemeente zit
in het zogenaamde historische verdeelmodel. Dit betekent dat ons budget wordt berekend op
basis van ons aandeel bijstandgerechtigden in het totale landelijke aandeel. Een tekort op het
inkomensdeel is voor rekening van de gemeente. Dit geldt uiteraard ook voor een overschot.
Dit betekent dat er constante sturing op het inkomensdeel moet zijn om de financiële risico's
zoveel mogelijk te kunnen beperken. Dit wordt vanaf 2006 ingevuld door:
- een strenge controle aan de poort;
- het direct inzetten van de Work First werkmethode bij elke aanvraag WWB;
- een hoogwaardig handhavingbeleid;
- en het waar mogelijk inzetten van het werkdeel om uit de uitkering te komen.
De cijfers over 2004, 2005 en 2006 laten het volgende zien:
Pagina 3
4 13 Raadsvoorstel WWB/ /3