Het laatste (in uw raadsvergadering van 13 september) door u vastgestelde tijdvak voor het ba
sisonderwijs is het tijdvak 1996 tot en met 2000. Hier was geen sprake van overschrijdingen bij
het basisonderwijs.
Tevens heeft u in uw vergadering van 13 september 2005 de voorlopige bedragen vastgesteld
voor de jaren 2001, 2002, 2003 en 2004. Voor dit lopende tijdvak is over de jaren 2003 en
2004 een overschrijding van respectievelijk 50.465 en 44.803 vastgesteld.
Deze overschrijding wordt veroorzaakt doordat de werkelijke schoonmaakkosten hoger zijn dan
de ontvangen rijksvergoeding. De overschrijding op de schoonmaakkosten is niet ten laste van de
voorziening gebouwafhankelijke pve's gebracht.
Argumenten:
1Voor het jaar 2005 is een overschrijding van 11.210 vastgesteld.
Deze overschrijding betreft de uitgaven ten behoeve van de materiele instandhouding die ho
ger zijn dan de ontvangsten voor de materiele instandhouding. Dit betreft specifiek de
schoonmaakkosten. Deze kosten zijn ten opzichte van voorgaande jaren sterk naar benede
gebracht. In principe kunnen de kosten van de schoonmaak voldaan worden uit de vergoe
ding. De overschrijding wordt veroorzaakt door extra kosten als gevolg van ziekte van
schoonmaakpersoneel in dienst van de gemeente.
2. De vaststelling van de ontvangsten en uitgaven voor het tijdvak 2001 tot en met 2005
leidt tot de vaststelling van een overschrijding over dit tijdvak van 106.478; het over
schrijdingspercentage bedraagt 0,41%.
Deze overschrijding betreft de vastgestelde overschrijdingen over de jaren 2003, 2004 en
2005 van respectievelijk 50.465, 44.803 en 11.210. Dit betreft de overschrijding van
de schoonmaakkosten in deze periode waardoor de uitgaven ten behoeve van de materiele in
standhouding hoger zijn dan de ontvangsten hiervoor. De overschrijding op de schoonmaak
kosten is niet ten laste van de voorziening gebouwafhankelijke pve's gebracht.
3. Op grond van de wet heeft het bijzonder onderwijs recht op een evenredig deel in de
o verschrijding
De doorbetalingsverplichting geldt voor alle bijzondere scholen gevestigd in de gemeente
Boarnsterhim. De in aanmerking te nemen rijksvergoeding wordt vermenigvuldigd met he
overschrijdingspercentage van 0,41 De doorbetalingsverplichting bedraagt ongeveer
36.000,00. Hiertoe is reeds bij de jaarrekening 2004 17.000 gereserveerd. Voor de res
terende 19.000 kan in 2006 dekking gevonden worden binnen het beheersproduct be
stuurscommissie openbaar onderwijs.
Kanttekeningen:
Niet van toepassing
Er is overleg gevoerd met:
De bestuurscommissie openbaar onderwijs en de besturen bijzonder onderwijs en het Op Over
eenstemming Georganiseerd Overleg (OOGO).
Het OOGO heeft in de vergadering van 20 juni 2007 ingestemd met de vaststelling en afrekening
inkomsten en uitgaven artikel 144 WPO over de periode 2001 tot en met 2005, nadat behalve
het totale overschrijdingsbedrag 106.478) ook het overschrijdingspercentage (0,41%) in het
voorstel is opgenomen.
Pagina 2
4 08 Voorstel raad artikel 144 WPO 2001-2005/szmm/2