t (21-09-2007) Jetze Lodewijks - gemeenschappelijke regeling 2006.doc - - -
algemeen bestuur.
5 De voorziening in een tussentijdse vacature geschiedt binnen twee maanden na het ontstaan
ervan.
6 De leden van het algemeen bestuur kunnen te allen tijde ontslag nemen. Van dit ontslag stellen zij
de voorzitter van het algemeen bestuur, alsmede de raad die hen heeft aangewezen, in kennis.
Werkwijze algemeen bestuur
Artikel 8
1. Het algemeen bestuur vergadert jaarlijks tenminste tweemaal en voorts zo dikwijls als de voorzitter
of het dagelijks bestuur dit nodig oordeelt of tenminste een vijfde van het aantal leden van het
algemeen bestuur dit onder opgaaf van redenen, schriftelijk aan de voorzitter verzoekt.
2. Op de vergaderingen van het algemeen bestuur is artikel 22 van de Wgr. van overeenkomstige
toepassing.
Stemverhoudingen algemeen bestuur
Artikel 9
1 De stemverhoudingen in het algemeen bestuur variëren met het aantal werknemers als bedoeld in
artikel 1 van deze regeling onder i, gemeten in voltijdseenheden naar de stand van het lopende
kalenderjaar, dat de gemeenten leveren. Een en ander op de volgende wijze:
a. gemeenten die minder dan 50 werknemers als bedoeld in het eerste lid leveren, hebben één
stem.
b. gemeente die 50 of meer werknemers als bedoeld in het eerste lid leveren, maar minder dan
150, hebben twee stemmen.
c. Gemeenten die 150 of meer werknemers als bedoeld in het eerste lid leveren, hebben drie
stemmen.
2. De aantallen werknemers als bedoeld in het eerste lid, worden op de eerste vergadering in het
kalenderjaar door het algemeen bestuur vastgesteld.
Artikel 10
1. Het algemeen bestuur stelt een reglement van orde vast. Dit reglement mag geen bepalingen
bevatten welke in strijd zijn met deze regeling.
2. Het algemeen bestuur brengt dit reglement en eventueel daarin aan te brengen wijzigingen zo
spoedig mogelijk te kennis van de raden van de gemeenten.
Dagelijks bestuur
Artikel 11
1. Het dagelijks bestuur bestaat uit zes leden, waaronder
a. de voorzitter;
b. vijf door en vanuit het algemeen bestuur aan te wijzen overige leden, waarbij het volgende in
acht wordt genomen:
1. Drie leden worden aangewezen door de drie categorieën van gemeenten als bedoeld in
artikel 9 van deze regeling, tweede lid, sub a,b en c, in dier voege dat elke categorie één
lid aanwijst.
2. Twee overige leden worden aangewezen door het algemeen bestuur.
3. Indien en voorzover één of twee van de categorieën van gemeenten als bedoeld in artikel
9 niet vertegenwoordigd zijn, komt het recht een lid van het dagelijks bestuur aan te wijzen
eveneens toe aan het algemeen bestuur.
2. Het algemeen bestuur bepaalt in de eerste vergadering van elke zittingsperiode voor de duur
daarvan het aantal te vervullen plaatsen in het dagelijks bestuur.
3. De leden van het dagelijks bestuur worden aangewezen in de eerste vergadering van het
algemeen bestuur in nieuwe samenstelling.
Gemeenschappelijke regeling Fryslân-West
3
