(21-09-2007) Jetze Lodewijks - gemeenschappelijke'regeling 2006.doc
Financiën
7.
8.
Artikel 16
Met betrekking tot de organisatie van de financiële administratie, het kasbeheer en de controle zijn de
artikelen 212 tot en met 215 van de Gemeentewet van overeenkomstige toepassing.
Begroting
Artikel 17
1. Het dagelijks bestuur stelt jaarlijks voor 1 april een ontwerpbegroting op voor het volgende
kalenderjaar en zendt deze, voorzien van een toelichting, toe aan de raden van de gemeenten.
2. De ontwerpbegroting wordt door de zorg van de besturen van de deelnemende gemeenten voor
een ieder ter inzage gelegd en, tegen betaling van kosten, algemeen verkrijgbaar gesteld Artikel
190 van de Gemeentewet is van overeenkomstige toepassing.
3. In de ontwerpbegroting wordt aangegeven de naar raming door elke gemeente verschuldigde
r™?e,Er zal naar worden gestreefd de begrote gemeentelijke bijdragen per werknemer, als
bedoeld in artikel 1 van deze regeling, onder i, van jaar tot jaar zoveel mogelijk gelijk te laten zijn.
9emeente,'ike bijdrage wordt berekend naar rato van het aantal werknemers zoals
bedoeld in artikel 1 van deze regeling,onder i, afkomstig uit de deelnemende gemeenten'naar de
stand van 1 januari van het jaar voorafgaande aan het jaar waarover de bijdrage verschuldigd is
5. De raden van de gemeenten kunnen het dagelijks bestuur voor 1 juni van hun gevoelen omtrent'
de ontweipbegroting doen blijken.
3. Het dagelijks bestuur zendt zo spoedig mogelijk na 1 juni doch uiterlijk 15 juni de opmerkingen van
de raden en eventueel een nota van wijzigingen aan het algemeen bestuur.
Het algemeen bestuur stelt de begroting vóór 1 juli vast en zendt terstond afschriften aan de
gemeenten.
H.e* da9f'iiks bestuur zendt de begroting binnen twéé weken na vaststelling, doch in ieder geval
vóór 15 juli aan gedeputeerde staten.
Artikel 18
1 Alvorens een begrotingswijziging wordt vastgesteld, zendt het dagelijks bestuur het ontwerp
daarvan, voorzien van een toelichting en een raming van de verschuldigde bijdragen, toe aan de
raden van de gemeenten.
2. De raden van de gemeenten kunnen het dagelijks bestuur binnen een periode van acht weken na
de verzenddatum van hun gevoelen doen blijken.
3. Het dagelijks bestuur zendt zo spoedig mogelijk na sluiting van de in lid 2 bedoelde periode de
opmerkingen van de raden, de begrotingswijziging en eventueel voorzien van een nota van
wijzigingen, ter vaststelling toe aan het algemeen bestuur.
4. Het dagelijks bestuur zendt de begrotingswijziging terstond na vaststelling toe aan de raden der
gemeenten.
5. Het Dagelijks Bestuur zendt de begrotingswijziging binnen 2 weken aan gedeputeerde staten.
Artikel 19
1 De gemeenten betalen bij wijze van voorschot maandelijks ééntwaalfde deel van de begrote
bijdrage, herrekend naar de stand van het aantal werknemers, als bedoeld in artikel 1 van deze
regeling, onder i, per 1 januari van het betreffende verslagjaar.
2. De gemeenten zullen er steeds voor zorgdragen dat het openbaar lichaam te allen tijde over
voldoende middelen beschikt om aan al zijn verplichtingen jegens derden te kunnen voldoen
3. indieaaan het algemeen bestuur van het openbaar lichaam blijkt dat een gemeente weigert deze
uitgaven op de begroting te brengen, doet het algemeen bestuur onverwijld aan gedeputeerde
staten het verzoek over te gaan tot toepassing van de artikelen 194 en 195 Gemeentewet.
Gemeenschappelijke regeling Fryslân-West
S