2. De ontwerpbegroting wordt door de zorg van de besturen van de deelnemende gemeenten voor
een ieder ter inzage gelegd en, tegen betaling van kosten, algemeen verkrijgbaar gesteld. Arti
kel 190 van de Gemeentewet (oud) is van overeenkomstige toepassing.
3. In de ontwerpbegroting wordt aangegeven de naar raming door elke gemeente verschuldigde
bijdrage. Er zal naar worden gestreefd de begrote gemeentelijke bijdragen per werknemer, als
bedoeld in artikel 1 van deze regeling, onder i, van jaar tot jaar zoveel mogelijk gelijk te laten
zijn.
4. De begrote gemeentelijke bijdrage wordt berekend naar rato van het aantal werknemers, zoals
bedoeld in artikel 1 van deze regeling, onder i, afkomstig uit de deelnemende gemeenten naar
de stand van 1 januari van het jaar voorafgaande aan het jaar waarover de bijdrage verschul
digd is.
5. De raden van de gemeenten kunnen het dagelijks bestuur voor 1 juni van hun gevoelen omtrent
de ontwerpbegroting doen blijken.
6. Het dagelijks bestuur zendt zo spoedig mogelijk na 1 juni doch uiterlijk 15 juni de opmerkingen
van de raden en eventueel een nota van wijzigingen aan het algemeen bestuur.
7. Het algemeen bestuur stelt de begroting vóór 1 juli vast en zendt terstond afschriften aan de
gemeenten.
8. Het dagelijks bestuur zendt de begroting binnen twee weken na vaststelling, doch in ieder geval
vóór 15 juli aan gedeputeerde staten.
Artikel 18
1Alvorens een begrotingswijziging wordt vastgesteld, zendt het dagelijks bestuur het ontwerp
daarvan, voorzien van een toelichting en een raming van de verschuldigde bijdragen, toe aan
de raden van de gemeenten.
2. De raden van de gemeenten kunnen het dagelijks bestuur binnen een periode van acht weken
na de verzenddatum van hun gevoelen doen blijken.
3. Het dagelijks bestuur zendt zo spoedig mogelijk na sluiting van de in lid 2 bedoelde periode de
opmerkingen van de raden, de begrotingswijziging en eventueel voorzien van een nota van wij
zigingen, ter vaststelling toe aan het algemeen bestuur.
4. Het dagelijks bestuur zendt de begrotingswijziging terstond na vaststelling toe aan de raden der
gemeenten.
5. Het Dagelijks Bestuur zendt de begrotingswijziging binnen 2 weken aan gedeputeerde staten.
Artikel 19
1De gemeenten betalen bij wijze van voorschot maandelijks ééntwaalfde deel van de begrote
bijdrage, herrekend naar de stand van het aantal werknemers, als bedoeld in artikel 1 van deze
regeling, onder i, per 1 januari van het betreffende verslagjaar.
2. De gemeenten zullen er steeds voor zorg dragen dat het openbaar lichaam te allen tijde over
voldoende middelen beschikt om aan al zijn verplichtingen jegens derden te kunnen voldoen.
3. Indien aan het algemeen bestuur van het openbaar lichaam blijkt dat een gemeente weigert
deze uitgaven op de begroting te brengen, doet het algemeen bestuur onverwijld aan gedepu
teerde staten het verzoek over te gaan tot toepassing van de artikelen 194 en 195 Gemeente
wet (oud).
Rekening
Artikel 20
1Van de inkomsten en uitgaven wordt door het dagelijks bestuur over elk kalenderjaar verant
woording gedaan aan het algemeen bestuur onder overlegging van de daarbij behorende be
scheiden.
2. Het dagelijks bestuur voegt daarbij een verslag van een onderzoek naar de deugdelijkheid van
de rekening, ingesteld door de overeenkomstig artikel 213 der Gemeentewet (oud) aangewezen
deskundige, alsmede hetgeen het te harer verantwoording dienstig acht.
3. Het algemeen bestuur stelt de rekening van het voorafgaande jaar vóór 1 juli vast en zendt de
ze binnen twee weken na de vaststelling, doch in ieder geval vóór 15 juli aan gedeputeerde sta
ten. Van de vaststelling doet het dagelijks bestuur mededeling aan de raden van de gemeenten.
4. De vaststelling van de rekening stelt het dagelijks bestuur tot décharge, behoudens later in
rechte gebleken onregelmatigheden.
35 755 Concept Gemeenschappelijke regeling Fryslân-West d.d. 19.10.2007
6