Pagina 11
X.1 .g. Voor het in behandeling nemen van een verzoek tot overschrijving
van een melding als bedoeld in paragraaf IV bedraagt het tarief 39,60
X.1 .h. In afwijking van het vermelde in paragraaf VII is het daar vermelde
tarief voor de helft verschuldigd indien een gebruiksvergunning
wordt ingetrokken voordat daarop is beslist zodat het tarief
bedraagt 32'85
XI. Wijziging, ontheffing of afwijking bestemmingsplan.
.1 .a. Bij het in behandeling nemen van een verzoek om
bouwvergunning of aanlegvergunning waarbij artikel 3.6, eerste
lid, onder c of artikel 3.38, vierde lid van de Wet ruimtelijke
ordening dient te worden toegepast, wordt het verschuldigde
recht verhoogd met 368,30
.1 .b. Bij het in behandeling nemen van een verzoek om bouwver
gunning of aanlegvergunning waarbij artikel 3.22 van de Wet
ruimtelijke ordening dient te worden toegepast, wordt het
verschuldigde recht verhoogd met 368,30
.1 .c. Bij het in behandeling nemen van een verzoek om bouwver
gunning of aanlegvergunning waarbij artikel 3.23 van de Wet
ruimtelijke ordening dient te worden toegepast, wordt het
verschuldigde recht verhoogd met 519,20
.2. Bij het in behandeling nemen van een verzoek om bouw
vergunning of aanlegvergunning waarbij artikel 3.6, eerste lid,
onder a van de Wet ruimtelijke ordening dient te worden
toegepast, wordt het verschuldigde recht verhoogd met 1.546,55
.3.a. Bij het in behandeling nemen van een verzoek om bouwver
gunning of aanlegvergunning waaraan medewerking kan
worden verleend met toepassing van artikel 3.10 van de Wet
ruimtelijke ordening of middels het opstellen van een bestem
mingsplan conform artikel 3.1 van de Wet ruimtelijke ordening,
wordt het verschuldigde recht verhoogd met 6 promille van de
aanneemsom met een minimum van 1.546,55
met dien verstande dat indien de aanneemsom niet bekend is
op het moment van aanvraag de vast te stellen leges na het
bekend zijn van de definitieve aanneemsom wordt opgemaakt
op basis van het hiervoor vermelde promille.
.3.b1 Voor het voeren van de procedure op grond van artikel 50, lid 5
van de Woningwet of de procedure op grond van artikel 3.18,
lid 4 van de Wet ruimtelijke ordening ten aanzien van de
doorbreking van de aanhoudingsplicht, bedraagt het recht 825,25
.3.b2 Voor het voeren van de procedure op grond van artikel 51lid 3
van de Woningwet, ten aanzien van de doorbreking van de
aanhoudingsplicht, bedraagt het recht 825,25
,3.c. Indien de op grond van XI.1 .a, XI.1 .b, XI.1 .c, XI.2 of XI.3.a
te voeren procedures worden gecombineerd met de doorbreking
van de aanhoudingsplicht zoals bedoeld in Xl.3.b1 of Xl.3.b2
is het hoogste recht slechts éénmaal verschuldigd.
.3.d1 Ter zake van het in behandeling nemen van een aanvraag tot
wijziging van het bestemmingsplan als bedoeld in artikel 3.6,
eerste lid, onder a, van de Wet ruimtelijke ordening waarbij
geen sprake is van een bouwplan waarvoor een bouwver
gunning is vereist en geen sprake is van werken of werk
zaamheden waarvoor een aanlegvergunning is vereist,
bedraagt het recht 1.546,55
,3.d2 Ter zake van het in behandeling nemen van een aanvraag tot
het verkrijgen van een ontheffing van het geldende bestem
mingsplan als bedoeld in artikel 3.6, eerste lid, onder c, 3.22
of 3.38, vierde lid, van de Wet ruimtelijke ordening, waarbij
BL Legesverordening 2008 wijz juni 2008/bljb/ll