TRIP
Uw gemeente is aldus een aanbestedende dienst.
Ook Aquario is een aanbestedende dienst. Aquario is namelijk een zogenoemde pu
bliekrechtelijke instelling. Onder publiekrechtelijke instelling wordt namelijk verstaan,
iedere instelling die:
a. is opgericht met het specifieke doel te voorzien in behoeften van algemeen
belang, andere dan die van industriële of commerciële aard, en
b. rechtspersoonlijkheid heeft, en
c. waarvan ofwel de activiteiten in hoofdzaak door de Staat of de territoriale of
andere publiekrechtelijke instellingen worden gefinancierd, ofwel het beheer is
onderworpen aan toezicht door deze laatste, ofwel de leden van de directie, raad
van bestuur of de raad van toezicht voor meer dan de helft door de staat, de
territoriale lichamen of andere publiekrechtelijke instellingen zijn aangewezen.
De weg van artikel 17 Bao lijkt aldus bewandelbaar om een opdracht te kunnen ver
strekken aan Aquario Watermanagement, mits die opdracht door middel van een
uitsluitend recht op basis van een bekendgemaakt bestuursrechtelijk besluit is verstrekt.1
Als bekendgemaakt bestuursrechtelijk besluit, waarin een uitsluitend recht aan Aquario
Watermanagement wordt verstrekt, kan in dit verband gedacht worden het in paragraaf'
1 gememoreerde Gemeentelijk Rioleringsplan.
4. Opstellen en vaststellen van GRP
Zoals hierboven reeds aangegeven is een gemeente op grond van artikel 4.22 Wet
Milieubeheer verplicht een zogenoemd Gemeentelijk Rioleringsplan op te stellen en ter
vaststelling aan de gemeenteraad voor te leggen.
Dit Gemeentelijk Rioleringsplan kan dienen om nader invulling te geven aan het
uitsluitend recht aan Aquario Watermanagement.
1 NB. deze conclusie is gebaseerd op basis van de stand van zaken per primo 2007, waarbij mede
een rol heej't gespeeld het feit dat de uitzondering van het uitsluitend recht in navolging van de
(oude) Richtlijn Diensten (92/50), wederom een plek heeft gekregen in de nieuwe, met ingang van
31 januari 2006 in werking getreden Richtlijn 2004/18/EG. Op basis van de oude Richtlijn is zowel
door het hof van Justitie EG (10 november 1998, C-360/96) als de nationale rechter (Hof Arnhem,
25 juni 1996, BR/1996/753; Rb Almelo, 4 maart 1998) in zaken die betrekking hadden op het
inzamelen van huishoudelijk afval de toepassing van deze uitzonderingsgrond geaccepteerd. Zie in
datzelfde verband tevens hei artikel van N van Hulst in de Staatscourant nummer 60 van 25 maart
1996. Voorts is in een meer recent arrest van het Hof van Justitie EG (20 oktober 2005, C-264/03),
waarin onder meer hel vestigen van een uitsluitend recht (alleenrecht/exclusief recht) aan de orde
kwam, die uitzonderingsgrond niet aangetast en evenmin, in tegenstelling tot de andere onderdelen
van de zaak, in relatie gebracht met de algemene beginselen voortvloeiende uit het EG-Verdrag.
Nogmaals wordt benadrukt dat dit een conclusie betreft per primo 2007 en gaat slechts op voor
zover geen sprake is van een van overheidswege gecreeerde dienstverleningsmonopolies die het
gehele land of een wezenlijk deel daarvan bestrijken.
4