5. De deuren van de in lid 4 genoemde Kamers worden geopend indien de voorzitter van de
betreffende Kamer of een van de aanwezige leden het nodig oordeelt of indien een belang
hebbende daartoe een verzoek doet.
6. Indien de betreffende Kamer vervolgens beslist dat gewichtige redenen aanwezig zijn die
zich tegen beslotenheid verzetten, vindt de zitting in openbaarheid plaats.
Schriftelijke verslaglegging.
Artikel 14.
1Het verslag als bedoeld in artikel 7:7 van de Awb vermeldt de namen van de aanwezigen en
hun hoedanigheid.
2. Het verslag houdt een zakelijke vermelding in van wat over en weer is gezegd en wat ver
der ter zitting is voorgevallen.
3. Indien de zitting geheel of gedeeltelijk met gesloten deuren plaatsvond, of indien belang
hebbenden, respectievelijk hun gemachtigden niet in eikaars tegenwoordigheid zijn gehoord,
maakt het verslag hiervan melding.
4. Het verslag verwijst naar de op de zitting overgelegde bescheiden, die aan het verslag kun
nen worden gehecht.
5. Het verslag wordt ondertekend door de voorzitter en de secretaris van de commissie.
Nader onderzoek.
Artikel 15.
1Indien na afloop van de zitting maar voordat het advies wordt opgesteld, nader onderzoek
wenselijk blijkt te zijn, kan de voorzitter uit eigen beweging of op verlangen van de andere
commissieleden dit onderzoek houden of gelasten.
2. De uit het nader onderzoek verkregen informatie wordt in afschrift aan de leden van de
commissie, het verwerend orgaan en de belanghebbenden toegezonden.
3. De leden van de commissie, het verwerend orgaan en de belanghebbenden kunnen binnen
een week na verzending van de nadere informatie aan de voorzitter van de commissie een
verzoek richten tot het beleggen van een nieuwe hoorzitting. De voorzitter beslist op zo'n
verzoek.
4. Op een nieuwe hoorzitting zijn de bepalingen in deze verordening die betrekking hebben op
de hoorzitting, zo veel mogelijk van overeenkomstige toepassing.
3 03 Bijlage verordening bezwaarschriften 2008/jzgk/5