Bieden van sociale activering en/of re-integratietrajecten aan alle
uitkeringsgerechtigden (in ieder geval alle WWB-ers en WSW-ers)
Inzet preventieve activiteiten voor de jeugd om verslaving te voorkomen
door o.a. inzet project genotsmiddelen (zie ook visienota Jeugd en Gezin).
7. Financiëring, monitoring en verantwoording
Het monitoren van beleid is belangrijk om te weten hoe en wanneer dit moet
worden bijgesteld, maar ook om verantwoording aan de raad en de burgers af te
kunnen leggen. De filosofie achter de Wmo is dat gemeenten over de uitvoering
verantwoording afleggen aan het rijk maar ook aan de eigen inwoners
(zogenaamde horizontale verantwoording). Artikel 9 van de Wmo schrijft voor
dat het college jaarlijks voor 1 juli gegevens moet publiceren over de
tevredenheid onder vragers van maatschappelijke ondersteuning over de
uitvoering van de individuele verstrekkingen. Daarnaast moet een jaarverslag
worden opgesteld met bepaalde prestatiegegevens.
De Wmo heeft een zogenaamd open einde karakter. Het is van groot belang om
aandacht te besteden naar bedrijfskundige aspecten rond sturing, beheersing en
verantwoording. Als de verwachting bestaat dat het budget structureel wordt
overschreden moet er meer geld bij of moet het voorzieningenniveau worden
aangepast.
Het uitgangspunt in de kadernota is dat we de Wmo budgettair neutraal uit
willen voeren. Hierbij is uitgegaan van het rijksbudget Wmo, dat vanaf 2007
voor de Wmo beschikbaar is. Dit budget bestrijkt echter maar een paar
onderdelen van de Wmo- prestatievelden.
We moeten onderzoeken hoe we de taken uit de prestatievelden en de budgetten
integraal maar transparant met elkaar kunnen verbinden. De keuzes in dit
beleidsplan worden natuurlijk mede afgebakend door de financiële mogelijkheden.
Kiezen op basis van inhoud en de uitgangspunten betekent ook dat de financiële
ondersteuning voor bepaalde activiteiten moeten worden heroverwogen of
herschikt. Ook het bundelen van verschillende beleidsactiviteiten is onderdeel
van dit proces. Nu bestaan er nog allerlei subsidie- en inkoopverplichtingen. De
vraag is of deze optimaal ingezet worden. Financiële schattingen geven aan dat
bijna de helft van het gemeentefonds gaat bestaan uit Wmo-middelen. In dit
kader is het ook wenselijkheid te kijken of de Wmo als raadsprogramma
opgenomen kan worden teneinde een effectiever stuurmiddel te hebben.
WMO beleidsplan 2008 -2011 gemeente Boarnsterhim 'Mienskipssoarch ek ús soarch' SvdS 15