Raadsvergadering: 2 december 2008
Agendapunt: 4.2
INITIATIEFVOORSTEL
Onderwerp
Bouwaanvraag voor het plaatsen van een schiphuis op het perceel Wjitteringswei 1 B te
Jirnsum, kad. bekend RWD02 C 2672
Voorstel
1Verleen de gevraagde medewerking op grond van art. 10, lid van de WRO voor
de bouw van een schiphuis op het perceel Wjitteringswei 1 B te Jirnsum, onder
voorwaarde, dat er voorafgaande aan de wettelijk voorgeschreven procedure,
een planschadeovereenkomst wordt gesloten
2. Neem een voorbereidingsbesluit voor het betreffende perceel, kadastraal bekend
RWD02 C 2672
3. Houdt de bevoegdheid tot het beslissen op de vrijstelling aan de raad
Toelichting
Op 26 februari 2007 is bij de gemeente binnengekomen een aanvraag voor de bouw
van een schiphuis op het perceel Wjitteringswei 1B te Jirnsum.
Ter plaatse van de voorgenomen bouwlocatie geldt het bestemmingsplan Irnsum
Industrieterrein", vastgesteld 11 juli 1978 en goedgekeurd op 18 juni 1979. Het
onderhavige perceel heeft in dat plan de bestemming ""Industrie, bedrijven, handel en
opslag klasse III". De voorgenomen bouw is in strijd met deze bestemming, zowel op
het punt van de doeleindenomschrijving als van de bebouwingsbepalingen, waar het
gaat om de afstandsmaat tot de perceelsgrens en tot andere gebouwen.
Medewerking aan het bouwplan is slechts mogelijk met gebruikmaking van artikel 19,lid
1 van de Wet op de ruimtelijke Ordening (vrijstellingsprocedure, voorafgegaan door een
verklaring van geen bezwaar, af te geven door Gedeputeerde Staten).
Inhoudelijke beoordeling
Het geldende bestemmingsplan is sterk verouderd, weshalve dat slechts kan dienen als
een zeer marginaal toetsingskader. Nu het onderwerpelijke schiphuis als passend bij de
bestaande schiphuizen kan worden beoordeeld, zal het komende bestemmingsplan
hiermee rekening kunnen houden.
Door aanvrager is een ruimtelijke onderbouwing aangeleverd, waarin opgenomen alle
wettelijk voorgeschreven toetsen. Deze onderbouwing kan als voldoende worden
aangemerkt, daar waar het gaat om de uitbreiding van de 36 bestaande schiphuizen
met 1 nieuw schiphuis. In planologische zin kan geconstateerd worden, dat de
verminderde afstand tot perceelsgrens en andere gebouwen geen onoverkomelijke
bezwaren oplevert, nu de bereikbaarheid voldoende is gewaarborgd.
In zijn algemeenheid kan worden gesteld, dat de voorgenomen bouw niet zal leiden tot
een stedenbouwkundig-planologisch onaanvaardbaar geheel.
Ook het Streekplan Fryslan levert in dezen geen directe belemmeringen op. Immers
staat het streekplan kleine recreatieve ontwikkelingen buiten de aangewezen
DLAI)
1 van 2