De Commissie staat vervolgens voor de vraag of de Raad het verzoek van bezwaarmaker kon weigeren op
grond van artikel 10, lid 2, sub b en g, van de WOB. Artikel 10, lid 2, WOB bepaalt, voor zover van
belang, het volgende:
a.
Het uitgangspunt van de WOB is dat er een algemeen belang van openbaarheid van informatie bestaat.
Hiermee is evenwel niet gezegd dat de Raad in alle gevallen een WOB-verzoek dient in te willigen. De
Raad kan een verzoek om inzage in documenten afwijzen met inachtneming van de weigeringsgronden
als genoemd in de artikelen 10 en 11 van de WOB. De Raad heeft geweigerd inzage te geven in bijlage 1,
2, 4, 6 en 7 op grond van artikel 10, lid 2, sub b en g, van de WOB. De Raad is van mening dat de
openbaarheid van deze stukken de onderhandelingspositie van de gemeente Boarnsterhim schaadt in de
juridische procedure die nog niet is afgerond. De betrokken partijen zouden kunnen stellen dat zij door
openbaarmaking onevenredig worden benadeeld.
De Commissie overweegt dat bijlage 1 betrekking heeft op informatie over de voortgang van het project
Brede School. Zij ziet niet in op welke manier deze informatie de economische of financiële belangen
van de gemeente Boarnsterhim kan schaden noch hoe de openbaarmaking van deze informatie leidt tot
onevenredige bevoordeling of benadeling van bij deze aangelegenheid betrokken partijen. De Commissie
is daarom van oordeel dat het belang van het niet verstrekken van de betreffende stukken niet opweegt
tegen de economische/financiële belangen van de gemeente dan wel de belangen van de bij het project
betrokken partijen. Bijlage 1 is naar het oordeel van de Commissie ten onrechte niet aan bezwaarmaker
verstrekt en zij adviseert de Raad Bijlage 1 bij het besluit op bezwaar alsnog aan bezwaarmaker te
verstrekken.
Ten aanzien van bijlagen 2, 4, 6 en 7 overweegt de Commissie dat deze documenten namen van de
bedrijven en architecten bevatten waarmee contracten zijn afgesloten en/of waarmee geschillen bestaan.
De Commissie is van oordeel dat het belang van openbaarheid ook ten aanzien van deze documenten in
beginsel zwaarder weegt dan de belangen zoals die zijn genoemd in artikel 10, lid 2, sub b en g, WOB.
De Commissie acht het echter niet denkbeeldig dat de inhoud van deze stukken de genoemde partijen
onevenredig kan benadelen. Naar het oordeel van de Commissie kan echter aan dit belang worden
tegemoetgekomen door anonimisering middels doorhaling van de genoemde namen van betrokken
architecten en bedrijven. Na doorhaling daarvan dienen de stukken aan bezwaarmaker te worden
toegezonden. De Commissie baseert zich hierbij op de uitspraak van de Afdeling bestuursrechtspraak van
de Raad van State van 20 juni 2007 (AB 2007/329) waaruit volgt dat van weigering op grond van de
WOB moet worden afgezien indien door middel van anonimisering of doorhaling van bepaalde gegevens
voorkomen wordt dat de belangen die in de WOB worden genoemd, onevenredig worden geschaad.
Samengevat komt de Commissie tot het oordeel dat het bezwaar, voor zover het is gericht tegen de brief
van 22 mei 2008, niet-ontvankelijk moet worden verklaard. Tevens is zij van oordeel dat de Raad
onvoldoende de betrokken belangen tegen elkaar heeft afgewogen, als in aanmerking wordt genomen dat
de stukken geanonimiseerd konden worden verstrekt. In dit licht heeft de Raad ten onrechte besloten de
bijlagen 1, 2, 4, 6 en 7 niet aan bezwaarmaker te verstrekken. Het bestreden besluit moet worden
herroepen en in het besluit op bezwaar dient het verzoek van bezwaarmaker te worden ingewilligd, met
dien verstande dat de namen van de betrokken bedrijven en architecten moeten worden doorgehaald
alvorens deze stukken aan bezwaarmaker worden verstrekt.
Pagina 3
2. Het verstrekken van informatie ingevolge deze wet blijft eveneens achterwege voor zover het belang daarvan niet
opweegt tegen de volgende belangen:
b. de economische of financiële belangen van de Staat, de andere publiekrechtelijke lichamen of de in artikel 1a
eerste lid, onder c en d bedoelde bestuursorganen;
c. t/m f.
g. het voorkomen van onevenredige bevoordeling of benadeling van bij de aangelegenheid betrokken natuurlijke
personen of rechtspersonen dan wel van derden.
Advies Galama september 2008