Pagina 6
1Inleiding
1.1 Integraal veiligheidsbeleid
Het zich veilig voelen in een leefbare omgeving is cruciaal voor het welbevinden, het functioneren
en het zich betrokken voelen van elke burger, groot en klein. Over wat nu eigenlijk veiligheid is
bestaan veel definities. Onder veiligheid verstaan we in deze nota het aanwezig zijn van een ze
kere mate van ordening en rust in het publieke domein en het beschermd zijn van leven, gezond
heid en goederen tegen acute en dreigende aantastingen. Iets is onveilig wanneer het een inbreuk
maakt op deze zaken. Waar we spreken over risico's hebben we het over de kans op een onaan
gename gebeurtenis of over de kans op een ongewenst effect; uiteraard binnen de definitie en
context van veiligheid.
Objectieve en subjectieve veiligheid
Objectieve veiligheid refereert aan de feitelijke (meestal de in statistieken geregistreerde) onvei
ligheid, terwijl het bij subjectieve veiligheid om de gevoelens of de ervaring van (on)veiligheid
draait. Bij dit laatste is het in de praktijk vaak de vraag of er wel een reëel verband met de objec
tieve veiligheid bestaat. Men kan zich onveilig voelen terwijl de statistieken aangeven dat er wei
nig of niets aan de hand is. Onveiligheidsgevoelens blijken ook sterk beïnvloed te worden door de
mate waarin men buurtproblemen ervaart en zijn afhankelijk van geslacht, leeftijd, gezondheid,
maatschappelijke positie en plotseling voorkomende onrust veroorzakende incidenten.
Sociale en fysieke veiligheid
Naast een onderscheid in objectieve versus subjectieve veiligheid wordt op inhoudelijk vlak ook
een onderscheid gemaakt in sociale en fysieke veiligheid. Sociale veiligheid gaat over de mate
waarin de omgeving bedreigend is, dan wel als bedreigend wordt ervaren. Het gaat hierbij in eer
ste instantie om onveiligheid of onveiligheidsgevoelens die het directe gevolg zijn van menselijk
gedrag. Denk hierbij aan te hard rijden, (be)dreiging, geweld, criminaliteit en overlast.
In tweede instantie wordt onveiligheid ook ervaren als gevolg van tekortkomingen in de specifie
ke inrichting van de openbare ruimte. Het straatbeeld is hierbij specifiek van belang. Verloederde
of slecht onderhouden en slecht verlichte "enge plekken" vergroten de onveiligheidsgevoelens
bijvoorbeeld.
De fysieke veiligheidszorg daarentegen, is gericht op het verkleinen van de fysieke risico s voor
mensen en dieren, het voorkomen van schade aan het milieu, en het voorkomen van materiële
schade aan eigendommen. Hierbij wordt primair gedacht aan zaken als constructieve- of
gebouwveiligheid, brandveiligheid, risico's rond economische activiteiten, vervoer, opslag en ge
bruik van gevaarlijke stoffen (externe veiligheid), bedreigingen van de gezondheid en natuurram
pen. De rampenbestrijding, welke zich primair binnen het domein van de fysieke veiligheid be
vindt, richt zich op het voorkomen van, het voorbereiden op, en het zo snel en zo veel mogelijk
beperken van schade aan mens, dier, milieu en bezit.
Rol van de gemeente
De gemeente heeft, als directe actor dan wel als regisseur, de taak om de (beleving van) vei ig-
heid te bevorderen. Omdat het thema veiligheid zowel breed als vaak uiterst complex van aard is,
wordt gekozen voor een integrale benadering. Een integrale benadering is slechts een werkwijze,
een middel, gericht op het behalen van het gestelde inhoudelijke doel, te weten een veiliger sa
menleving. Hierbij bestaat de integraliteit uit twee componenten: inhoudelijke integraliteit en or
ganisatorische integraliteit.
Inhoudelijke integraliteit betekent dat het met betrekking tot het thema veiligheid gaat om zowel
de fysieke als de sociale veiligheidsbevordering. Maar ook andere beleidsvelden kunnen (direct of
indirect) van invloed zijn op de (on)veiligheid en dienen derhalve betrokken te worden.
Nota Integraal Veiligheidsbeleid 2009-2012