4-3 Natuur
Het MER moet duidelijk maken welke gevolgen de voorgenomen activiteit kan hebben
op de natuur. Op basis van de natuurwet- en regelgeving moeten veel natuurgevolgen
gedetailleerd onderzocht worden. Het is van belang dat, los van de wet- en regelgeving,
in het MER op hoofdlijnen een algemeen beeld wordt geschetst van de huidige situatie,
de autonome ontwikkeling en de effecten van het voornemen op de natuur in het stu
diegebied.
Geef aan welke kenmerkende habitats en soorten aanwezig zijn in het studiegebied en
wat de autonome ontwikkeling van de natuur in het gebied is. Ga daarna in op de in-
greep-effect relatie tussen de voorgenomen activiteit en de in het plangebied aanwezi
ge natuurwaarden. Geef daarvoor aan voor welke van deze dieren en planten aanzien
lijke gevolgen te verwachten zijn, wat de aard van de gevolgen is en wat deze gevolgen
voor de populaties betekenen. Geef aan of het gaat om vernietiging van leefgebied door
bijvoorbeeld toename van opgaande beplanting, ruimtebeslag, verstoring door bij
voorbeeld licht en geluid, verdroging of vernatting door verandering van de water
huishouding, versnippering door doorsnijdingen of barrièrewerking. Beschrijf mitige
rende maatregelen die de gevolgen kunnen beperken of voorkomen.
Gebiedsbescherming1-'*
Geef de begrenzingen van de EHS en beoogde verbindingszone aan op kaart, inclusief
een duidelijk beeld van de ligging ten opzichte van het plangebied. Beschrijf de moge
lijke invloed van het voornemen op beschermde natuurgebieden, ook voor activiteiten
die niet direct in of naast het EHS liggen (externe werking).
Geef aan of de daarvoor geldende 'wezenlijke kenmerken en waarden' van het direct
ten noorden van het project gelegen EHS beheer-gebied (weidevogels) en van de be
oogde verbindingszone 'Noordelijke Natte As' worden aangetast en of het voornemen
past binnen het toetsingskader1-* voor dit EHS-gebied. Beschrijf zo nodig mitigerende
maatregelen die de aantasting kunnen beperken of voorkomen en in hoeverre het plan
bijdraagt aan de realisatie van de EHS.
Soortenbescherming1-?
Beschrijf op basis van representatief en recent onderzoek16 welke door de Flora- en
faunawet beschermde soorten te verwachten zijn in het plangebied en geef aan tot
welke categorie deze soorten behoren. Ga in op de mogelijke gevolgen van het voor
nemen op de standplaats (planten) of het leefgebied (dieren zoals de weidevogels en de
waterspitsmuis) van deze soorten en bepaal in hoeverre verbodsbepalingen1? mogelijk
overtreden worden. Beschrijf mitigerende maatregelen die de aantasting kunnen be
perken of voorkomen.
-4 Verkeer en veiligheid
Beschrijf de huidige verkeersintensiteiten op de wegen en aarwegen/vaarwater in en
naar het plangebied. Bereken het aantal verkeersbewegingen en vaarbewegingen als
gevolg van de aanleg (inclusief zwaar transport) en bij het gebruik (in maatgevende
Op de website u\uvminLn^nl/nntüuni.e}iïgving is uitgebreide informatie te vinden over de Natuurbeschermingswet 1998 en
de specifieke gebiedsbescherming.
Het toetsingskader zoals beschreven in de Nota Ruimte, Spelregels EHS en/of provinciale uitwerkingen daarvan.
Op de website wvxw.minlnyml/natuunvetgcung is uitgebreide informatie te vinden over de soortenbescherming, waaronder
de sj stematick van de Flora en faunawet en de vereisten voor het verkrijgen van ontheffingen voor verboden handelingen
Zie inspraakreacties 15 en 20 van respectievelijk de VROM inspectie en de Friese Milieu Federatie waarin aandacht wordt
gevraagd voor de actualiteit van de natuurtoets Goatum.
De crbodsbcpalingen zijn opgenomen in art. 8 (planten) en 9 - 12 (dieren) van de Flora- en faunawet.