overeenkomst opgesteld, waarbij de afspraken tussen de partijen zijn vastgelegd. Namens de
gemeente dient deze overeenkomst nog door de burgemeester ondertekend te worden.
Zoals gemeld werd de controle uitgevoerd met een steekproef. De steekproef kende een dermate
aantal fouten dat volgens de uitgangspunten van de belastingdienst, deze moest worden afge
keurd. In feite hield dit in dat de gemeente de volledige administratie 2003 opnieuw zou moeten
beoordelen of de juiste BCF of BTW regelgeving was toegepast. Dit "opnieuw doen" kon worden
voorkomen door de uitkomsten van de steekproef met bepaalde door de belastingdienst voorge
stelde correcties te accepteren. Buiten deze steekproef zijn de zogenaamde 2J-posten gehouden.
Dit zijn facturen met btw bedragen die gelijk of groter zijn dan 15.000. Deze facturen zijn af
zonderlijk gecontroleerd en gaven geen aanleiding tot het aanbrengen van correcties.
Ten behoeve van de BTW boekingen binnen het grondbedrijf is met de belastingdienst overeen
gekomen dat voor 1 juni 2009 de gemeente alle exploitatieopzetten zal herrekenen en tot afreke
ning met de belastingdienst zal overgaan.
Dienstjaren 2004 t/m 2007
De belastingdienst heeft aangegeven ook de jaren 2004 tot en met 2007 definitief te willen vast
stellen. Er wordt voorgesteld de uitkomsten van de controle 2003 te extrapoleren naar de jaren
2004 tot en met 2007. Hiermee zouden deze jaren dan definitief vastgesteld zijn. Dit kan door
middel van een beperkte controle door de belastingdienst. Bij deze controle worden dan alleen de
facturen die een BTW bedrag kennen van 15.000 en hoger (de zogenaamde 2J posten) gecon
troleerd. Gelet op de aard van de fouten die geconstateerd zijn in 2003 kunnen we gevoeglijk
aannemen dat in de periode 2004 tot en met heden dezelfde fouten zijn gemaakt. Het geheel op
nieuw doornemen van de administraties van die jaren om te bezien of de BCF/BTW voorschriften
juist zijn toegepast, is een zeer bewerkelijke en arbeidsintensieve bezigheid, met een onzekere
uitkomst. Een snelle blik in de administraties van de betreffende jaren heeft ons geleerd dat de
uitkomsten over 2003 nog wel eens aan de lage kant kunnen zijn.
Uitgaande van de controle over 2003 is een doorrekening gemaakt voor de overige jaren. Op
voorhand is 2008 ook al meegenomen, hoewel 2008 niet onder het controletijdvak valt. Voor de
berekening wordt naar de bijlage verwezen. Uit deze berekening komt naar voren dat we in totaal
tot en met 2008 per saldo een bedrag van ca 431.300 teveel bij het BCF hebben gedeclareerd
en over diezelfde periode een bedrag van bijna 59.000 te weinig aan BTW in vooraftrek hebben
gebracht. Per saldo een nadeel van ruim 372.300. Daarnaast dient nog een bedrag van per sal
do ruim 41.100 aan heffingsrente te worden voldaan. Het totale nadeel beloopt ruim
€413.000. Hiervan is ruim 92.300 (naheffingsaanslag BCF 2003, inclusief heffingsrente) al
verwerkt in de jaarrekening 2008.
Gelet op de voorschriften van het BBV, dienen voor risico's die op geld waardeerbaar zijn, voor
zieningen getroffen te worden. Aangezien de belastingdienst aangegeven heeft de jaren 2004 t/m
2007 ook te willen vaststellen en ook al een indicatie afgegeven heeft hoe dit zou kunnen, moe
ten we thans concluderen we een op geld waardeerbaar risico lopen. Ten laste van de exploitatie
2008 is bij het opmaken van de jaarrekening een voorziening getroffen van afgerond 325.000.
Zoals vermeld valt het jaar 2008 niet in het controletijdvak. Er wordt op voorhand in de te vor
men voorziening wel met een terug te betalen bedrag rekening gehouden.
Om te voorkomen dat bij de volgende vijfjaarlijkse controle weer de nodige correcties in het ba
sisjaar gevonden worden en die door extrapolatie doorwerken naar de volgende jaren wordt
voorgesteld om de administratie 2008 geheel door te lopen op de juiste toepassing van de
BCF/BTW regels. Daarnaast heeft deze werkwijze als voordeel dat bij het opmaken van de jaarre-
Pagina 2
2 03 Informerend raadsvoorstel BCF controle ca/H Hogeboom/2